21677 |
schadekoop |
wbd: staartgeld / verschil:
ps. omgespeld volgens Frings.
šājkōͅu̯p (L371p Ophoven)
III-3-1
|
|
24463 |
schadelijk |
kleine schadelijke zoogdieren:
schaodeleke (Q166p Vechmaal)
III-4-2
|
|
24463 |
schadelijk , onnuttig |
kleine schadelijke zoogdieren:
sjeadlich, onnutzlich (Q119p Eygelshoven)
III-4-2
|
|
24360 |
schadelijk beestje |
ongedierte, algemeen:
schadelijk beestje (L312p Neerpelt),
schadelijk biestje (L314p Overpelt)
, III-4-2
|
|
24360 |
schadelijk en lastig |
ongedierte, algemeen:
sjeadlich, lastig (Q119p Eygelshoven)
III-4-2
|
|
24463 |
schadelijk ongedierte |
kleine schadelijke zoogdieren:
schaailijk ongediert (L210p Venray)
III-4-2
|
|
24360 |
schadelijk ongesiefer |
ongedierte, algemeen:
schaailijke ongeciefer (L250p Arcen)
III-4-2
|
|
19299 |
schadelijk werk |
nutteloze arbeid verrichten:
sjaejelik werk (L330p Herten (bij Roermond))
III-1-4
|
|
24360 |
schadelijke beestjes |
ongedierte, algemeen:
sjajlekke bésjes (L265p Meijel)
III-4-2
|
|
24360 |
schadelijke insecten |
ongedierte, algemeen:
schadelijke insecten (P222p Opheers)
III-4-2
|
|