e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
schervitselen druk heen en weer lopen:   sjervitsele (Heel) III-1-2
scherwettelen zingen:   sjerwettele (Klimmen) III-4-1
scherwetteren zingen:   sjerwèttere (Sittard) III-4-1
scheten laten een wind laten:   sjieten laoten (Diepenbeek) III-1-1
schets werktekening:   šɛts (Herten) II-12
schetsen op de borrel gaan:   šɛtsǝ (Mechelen), tekenen:   šɛtsǝ (Herten) II-1, II-12
schetter kletswijf: zoals in pain  zj(tm)tər (Vroenhoven) III-3-1
schetteren giechelen:   scheddere (Hoepertingen), schetteren (Hoepertingen), scheͅtteren (Mettekoven), kakelen:   schetteren (Maaseik), kletsen [snateren]:   schēttere (Meerlo), klinken:   die kaan nogal schaetere (haard kallep) (Hechtel), schetteren (Loksbergen), sjettərə (Kelpen), piepen:   sxɛtǝrǝ (Milsbeek, ... ), šętǝrǝ (Gelieren Bret), zingen: wwvorm: v vogels  sjettertj (Echt/Gebroek) I-12, III-1-1, III-1-4, III-3-1, III-4-1
schetterend hard, luid:   sjetterend (Klimmen) III-4-4
schettermuis spitsmuis: Veldeke 1979 nr. 1  schettermoés (Venray) III-4-2