e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
schertsen (ww.) grap:   schersen (Montfort) III-3-1
schervaak bouwval:   sxərvā.k (Ospel) III-2-1
schervechten bekvechten:   schèrvechte (Blitterswijck) III-3-1
schervel dun sneetje brood:   sxirvəl (Gennep, ... ), Syst. Eijkman  sxīrvəl (Gennep), grendel:   sxǫrǝvǝl (Maasbree), hinkelblokje:   sjervel (Neeroeteren), plakspaan:   šęrvǝl (Maaseik), vol-au-vent:   sjirvel (Sittard) I-6, II-9, III-2-3, III-3-2
schervelachtig klef:   sjerrevelechtig (Tungelroy) III-2-3
scherveldeeg bladerdeeg:   schirveldaeg (Sittard), sjirfeldeig (Stokkem), sjirveldeig (Echt/Gebroek, ... ), šerfəldēx (Maaseik), Syst. Frings  šerfəldɛ̄i̯x (Maaseik), Syst. WBD  sjirveldeig (Holtum) III-2-3
schervelen een weide scheuren:   šervǝlǝ (Buchten), kiskassen:   schierbele (Heerlen), sjirvele(n) (Guttecoven), šervələ (Roermond), knikkers laten rollen: Sub KNIKKEREN. Var.: sjirvele.  sjervele (Posterholt) I-1, III-3-2
schervelsoldeersel soldeersel:   šervelsǫldērsǝl (Stokkem  [(werd gebruikt samen met borax)]  ) II-11
scherver breukeling:   šɛrǝvǝr (Swalmen), scherf:   šɛrvəl (Lanklaar) II-8, III-4-4