e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
(kunstmest) zaaien kunstmest strooien:   zeǝi̯ǝ (Berg, ... ), zii̯ǝ (Rijckholt), zięi̯ǝ (Beek, ... ), zi̯ei̯ǝ (Mesch), zi̯ēi̯ǝ (Urmond), zē(ǝ) (Einighausen), zēǝ (Limbricht, ... ), zęi̯ǝ (Ell, ... ), zę̄ ̞i̯ǝ (Aijen, ... ), zę̄(i̯)ǝ (Gingelom), zę̄i̯n (Bevingen, ... ), zę̄i̯ǝ (Baarlo, ... ), zę̄n (Paal), zīi̯ǝ (Mheer, ... ), zīǝ (Bingelrade, ... ), zīǝi̯ǝ (Ulestraten, ... ), zīǝnǝ (Bocholtz, ... ), zōrǝi̯ǝ (Waasmont), zɛi̯ǝ (Baexem, ... ), zɛ̄ (Val-Meer), zɛ̄(i̯)ǝ (Opheers), zɛ̄i̯ǝ (Broekhuizen, ... ), zɛ̄i̯ǝ(n) (Achel, ... ), zɛ̄n (Sint-Truiden), z˙ēǝ (Sittard), z˙ɛi̯ǝ (Lottum, ... ) I-1
(kwetshouter) op sprong zetten stijlen schuin bevestigen:   op šproŋk zɛtsǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) II-5
(laten) rijzen gist gereedmaken:   (laten) rijzen (Maastricht), rīzǝ (Horn) II-2
(laten) weglopen aftrekken:   węxlawpǝ (Posterholt) II-2
(leem) breken winteren:   brē̜kǝ (Bilzen  [(grote brokken (laten) verpulveren: ook door vorst)]  ) II-8
(leem) dood maken winteren:   duǝt māxǝ (Spekholzerheide) II-8
(lucht) slob [wld ii.10, p. 58]: Wellicht; geen bijzondere benaming.  luət (Montzen) III-1-3
(machine) met tanden kopdorser:   bętān (Bommershoven, ... ), bǝtān (Borlo, ... ), mętān (Nerem) I-4
(machine) met wellen breeddorser:   bǝwɛlǝ (Borlo, ... ), męt wɛlǝ (Nerem, ... ) I-4
(man) die (het hooi) opstak opsteker:   (man) dɛ (ǝt hø̜i̯) ǫpštīk (Berg / Terblijt, ... ) I-3