e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
tijdrovend bewerkelijk (zijn):   tie:drouventj (Herten (bij Roermond)), tied rauvend (Wijlre), tied-rauvend (Kesseleik), tiedrovənd (Wijnandsrade), tietrouventj (Thorn), tiĕtrōōvənt (Nieuwenhagen), tīēdroovənt (Epen) III-1-4
tijdschieten schieten met tijdontsteking:   tejtšētǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Eisden]), tijdschieten (Lanklaar  [(Eisden)]  , ... [Maurits]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), tę.jtš˙ētǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Zwartberg, Waterschei]), tę̄jtsxitǝ ([Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), tītsxētǝ (Eisden  [(Eisden)]   [Maurits]), tītšētǝ (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]  , ... [Eisden]  [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) II-5
tijdschieter schietmeester, schiethouwer:   tijdschieter (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Maurits]) II-5
tijdschietmeester schietmeester, schiethouwer:   tę̄jtsxitmēstǝr ([Eisden]) II-5
tijdverdrijf tijdverdrijf:   `tī.tfərdrī.f (Gemmenich), taaidverdraaf (Genoelselderen), taaidverdraaif (Lauw, ... ), taaitverdraaif (Millen), taidverdraif (Hechtel), taiətverdraif (Zepperen), tājdvərdrāf (s-Herenelderen), teedverdreef (Eigenbilzen, ... ), teejdverdreef (Borgloon), teetverdreef (Berbroek), tetvɛrdrēf (Mettekoven), tēdvɛrdraef (Kuttekoven), tētvərdrēf (Borgloon), ti-jdverdri-jf (Bree), ti:tvɛrdri:f (Eisden), tidverdriv (Lontzen), tie:dv`rdrie:f (Kaulille), tiedtvərdrīf (Hamont), tiedverdrief (Beesel, ... ), tiedverdriēf (Eys), tietverdrief (Hees, ... ), tietverdrīēf (Buggenum), tijdverdref (Hechtel), tijdverdrijf (Bevingen, ... ), tijdverdrɛ̄f (Zepperen), tiətvərdrīf (Gerdingen), tīdverdrīf (Neerpelt), tīdvərdrīf (Mechelen-aan-de-Maas), tīēdverdrīēf (Schimmert), tītvərdrīf (Hamont, ... ), tsiĕtverdrief (Simpelveld), täitvərdrijf (Alt-Hoeselt), täjətvərdräjəf (Zonhoven), tè(jə)dverdre(jə)f (Beverlo), tèdverdrèf (Wellen, ... ), tèè.tverdrèè.f (Zolder), tèèdverdrèèf (Sint-Truiden), tèədverdrèəf (Heppen), tɛidvərdrɛif (Genk), tɛjtvərdrɛjf (Leopoldsburg), Ss. sub tijd.  tèè.dverdrèè.f (Hasselt), tèè.ëtverdrèè.ëf (Zonhoven), zegswijze : doeve es good veur der tied te verknoeve  tiedverdrief (Remersdaal) III-3-2
tijdverdrijven, een ~ tijdverdrijf:   tēdverdrève (Houthalen) III-3-2
tijdverkorting tijdverdrijf:   tied verkorting (Berg-en-Terblijt), [tiedverkörting???]  tiedverkörting (Epen) III-3-2
tijdverzet tijdverdrijf:   tiedverzet (Overpelt), tijdverzet (Heusden, ... ), Kaartspelen is een goed tijdverzet.  teətfərzèt (Zonhoven), Ss. sub tijd.  tèè.ëtverzèt (Zonhoven) III-3-2
tijdwaarnemer duivenklok:   titj waarnemer (Meijel) III-3-2
tijger <naam>:   tiger (Jesseren), andere benamingen voor de kleuren van het vederkleed: Opm. v.d. invuller: o.a. dit kan het worden (wordt het zo genoemd), als het witte pluimtjes aan de kop heeft!  tieger (Tongeren), Opm. v.d. invuller: witte met donkere kleurschakeringen.  tiger (Mielen-boven-Aalst), duif met grotere kleurschakeringen:   tieger (Jesseren, ... ), tiger (Vlijtingen), duif met kleine kleurschakeringen:   tieger (Kortessem), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  ’nen tiēger (Bilzen, ... ), tijger:   `tī:jər (Gemmenich), een tèiger (Diepenbeek), eenen tieger (Genk), ene tieger (Baelen, ... ), enen tieger (As), enen tieëger (Sint-Truiden), ēne tiĕger (Borgloon), innen tieger (Herk-de-Stad, ... ), ne tieger (Helchteren), nen tieger (Beringen, ... ), teiger (Gennep), tēiger (Hasselt), teͅigər (Lommel), teͅəgər, tiəgər (Niel-bij-St.-Truiden), tie-ger (Dieteren, ... ), tieg`r (Bocholt), tiege (Epen), tieger (Arcen, ... ), tiegur (Nederweert), tiegər (Swalmen), tiēger (Rekem, ... ), tiĕger (Simpelveld), tiger (Amby), tigər (Meeswijk), tij-ger (Blitterswijck), tijger (Hunsel, ... ), tièger (Schinnen, ... ), tiéger (Gronsveld), tīeger (Stokkem), tīēger (Afferden, ... ), tīēgër (Tongeren), tījger (Beegden, ... ), tèiger (Maaseik), tìeger (Mheer, ... ), tíger (Valkenburg), tɛigər (Meeuwen), ’n tieger (Aubel), ’nen tiger (Peer), Mnl. tigre, tiger, Fr. tigre &lt; Lat. tigris.  tīē.ger (Zonhoven), Nu tei.ger. Fr. tigre.  tîe.ger (Zolder), Ook: tijgër.  tiegër (Hoeselt), Sub tiegër: ook tijgër.  tijgër (Hoeselt), Vgl. tîe.ger.  tei.ger (Zolder) III-3-2