e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
tikkelen knikkers laten stuiteren:   tikkele (Gennep) III-3-2
tikkelkop andere benamingen voor de kleuren van het vederkleed:   tikkelkop (Kortessem) III-3-2
tikkelopen krijgertje spelen:   tekəlōəpə (Meijel), tikkeloeëpe (Meijel, ... ), /  tikkeloeëpe (Meijel), Sub tikloupe.  tikkeloupe (Weert) III-3-2
tikkels aant guichelheil: eigen spellinsysteem Additie bij vraag 68: (gagelhei:) wilde soorten dragen tekels (rozen), veredelde soorten niet (gele bloem) > : tekels = rozen van de wilde soorten gagelhei (Crompvoets: informant doelt waarschijnlijk op tikkels = doorns)  tekels (Meijel) III-4-3
tikkeltje beetje, een weinig: (s.n.)  tikkelke (Banholt), soorten patronen of dessins:   tekǝlkǝ (Maastricht) II-7, III-4-4
tikken bikkelen:   tîkə [te.kə} (Sint-Martens-Voeren, ... ), boomvruchten stelen:   tikke (Itteren), Vgl. Maastricht Wb., pag. 427: tikken, b. gappen, stelen.  froͅyt tekə (Maastricht), een pak slaag geven: Op zijn kop geven.  tekke (Klimmen), eiertikken:   tekə (Susteren), tikke (Epen, ... ), tikken (Stein), geen dialectwoord  eieren} tikken (Schimmert), niet zeker of dit een dialectwoord is  eieren} tikken (Helden/Everlo, ... ), niet zeker of dit een dialectwoord is, tikken was wel in aanhalingstekens  eieren} tikken (Baarlo), kaatsen:   tikə (Kortessem), tsjɛkə (Borgloon), tɛkə (Bilzen), Ge moet de bal 3 keren op de grond laten tekken.  teͅkə (Niel-bij-St.-Truiden), Mèt de kazebal oppe grónd tikken.  tikken (Uikhoven), kaatsen (ballen):   têkke (Bilzen, ... ), (= bal tegen muur botsen)  têkke (Bilzen), Bè de bal tege de mòer tikke: Door de meisjes beoefend balspel.  tikke (Kortessem), kippen -kinderwoord:   tekǝ (Kwaadmechelen, ... ), tikǝ (Beringen), kippen -werkwoord:   tekǝ (Achel, ... ), knikkers laten stuiteren:   (têkke) (Bilzen), tekkë (Hoeselt), tikke (Epen, ... ), knikkertermen:   tikke (Beesel, ... ), (= gewone knikkerspel).  tikke (Meerssen), (= tegen de muur).  tikken (Obbicht), Opm. het eigenlijke knikkerspel komt hier niet voor.  men spant en tikt (Hunsel), Opm. hierin : spanne, ich kan hum perkske sjète.  tikke (Neeritter), krijgertje spelen:   taegke (Baarlo), tekə (Heerlen, ... ), tikke (Ingber, ... ), proosten:   tikkə (Vlijtingen), verduisteren:   tikke (Klimmen), tikken (Maastricht), verschillende knikkerspelen:   tikke (Maastricht), #NAME?  tikke (Neeritter), jongens  tikke (Sint-Pieter), voor jongens  tikke (Maastricht) I-12, III-1-2, III-2-3, III-3-1, III-3-2
tikkens kippen -kinderwoord:   tikǝs (Maasmechelen), knikkertermen:   tikkes (Beesel), uitmaken wie mag beginnen:   tekkəs (s-Herenelderen) I-12, III-3-2
tikkens-rechtoppes knikkertermen:   tikkes-rechoppes (Tegelen), Dit voor een niet-Limburger waarschijnlijk onbegrijpelijk woord betekent letterlijk: Terwijl men rechtop staat, een op de grond liggende knikker trachten te raken (tikke), door een andere vertikaal daarop te laten vallen.  tikkes-rech oppes (Tegelen) III-3-2
tikker oude versleten hoed: WNT: tik (IV), De drijhoekige hoed eens priesters, fr. tricorne, heet in Br. en Kemp. ook tik.  teͅkər (Millen), schoenarm:   tikker (Gronsveld, ... ), speelman, klapspaan:   tekǝr (Velden), vanger bij krijgertje spelen:   tekər (Heerlen, ... ), tikker (Geulle, ... ), tikər (Maastricht) II-3, III-1-3, III-3-2
tikkerd de vier zijden van een bikkelbeentje:   tekərt (Sittard) III-3-2