e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
viefkop slimmerik:   fifkop (Sittard), fifkòp (Urmond) III-1-4
viem restant vissen:   viem (sleept.) (Echt/Gebroek), vishengel:   viem (Asenray/Maalbroek, ... ), vissnoer:   vēͅm (Roermond), viem (Blerick, ... ), viëm (Venlo), vīm (Susteren, ... ), aan de hengel, aparte lijn = lien  viem (Herten (bij Roermond)), Hengelsnoer: dobber, draad, haakje, lood.  viem (Posterholt), Viem is verwant met A.N. vadem.  vīē:m (Roermond) III-3-2, III-4-2
viemen gispen, geselen:   vie:me (Herten (bij Roermond)), vîeme (Swalmen) III-1-2
viepmop vlinder:   fiepmop (Terwinselen) III-4-2
vier miltvuur:   viǝr (Spalbeek), vīǝr (Kermt) II-5, I-11
vier aan vier sein voor begin en einde van de schaft:   vēr a vēr (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Laura, Julia])
vier deciliter beduitje, maat van 0,4 liter:   veer deciliter (Hoensbroek) III-4-4
vier en één-twee sein voor begin en einde van de schaft:   vēr ɛn ē-tswaj (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale, Wilhelmina]) II-5
vier half met driekwart van het zeil bij:   vēr halǝf (Weert) II-3
vier in de top met volle zeilen:   vēr en ǝ tǫp (Weert) II-3