e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
zuiver kijken scherp kijken:   zuuver kieke (Wanssum) III-1-1
zuiver lijnwaad wasgoed:   zuuver lieved (Achel), zuuver lievend (Maastricht, ... ), zuuver lievendj (Weert), zuver lievend (Maastricht) III-2-1
zuiver lood te lood:   zȳvǝr lūǝt (Neeritter) II-9
zuiver maken biervaten schoonmaken:   zȳvǝr mākǝ (Stramproy), de organen verwijderen:   zyvǝr makǝ (Heugem), zyvǝr mākǝn (Kotem), de oven reinigen:   zȳvǝr mākǝ (Amstenrade), halen en betalen:   zuuver maake (Heerlen), houtskool verwijderen:   zøjvǝr mǭʔǝn (Lommel), kolven afstropen:   zyvǝr makǝ (Borgharen, ... ), nagieten:   zivǝr mākǝ (Gruitrode), ontbost terrein met een schop omwerken:   zȳvǝr mākǝ (Klimmen, ... ), zøvǝr mākǝ (Meldert), peulen, doppen (ww.):   zuvər make (Maastricht), reinigen (van de hokken):   koej ziever maake (As), kotten zuuver maken (Eisden), zi-jvərmaakə (As), ringen, randen verwijderen van peulvruchten:   zīvər mōͅkə (Veldwezelt), zø͂ͅ.vərmā.kə (Heusden), rooien:   zȳvǝr mākǝ (Weert), roskammen:   zęi̯.vǝr mǭ.kǝ (Genk), wannen met de wanmolen:   zȳvǝr mākǝ (Blerick, ... ), wieden, algemeen:   zyvǝr mākǝn (Achel), zø̜̄vǝr mākǝn (Zonhoven), zęi̯vǝr mākǝn (Peer), wrikken met een beitel:   zīvǝr mǭkǝ (Bilzen) I-4, I-5, I-7, I-8, I-9, II-1, II-12, II-2, III-3-1, III-3-2
zuiver meel beschuitmeel:   zø̜vǝr mīǝl (Hasselt) II-1
zuiver op stalen gelijken (op):   dae stalt zuver op zien vader (Oirlo) III-4-4
zuiver opleggen bed opmaken en verschonen:   zuver oplegke (Gronsveld) III-2-1
zuiver reien reien, vlakschaven:   zȳvǝr rijǝ (Sint Odilienberg) II-12
zuiver roggestro strowalm:   zuiver roggestro (Nieuwerkerken) I-4
zuiver schaven schaven met de fijne blokschaaf:   zīvǝr šǭvǝ (Bilzen) II-12