e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
achterkammen niet in elkaar grijpen:   achterkammen (Leunen), axtǝrkamǝ (Maaseik) II-3
achterkant achterbodem:   axtǝrkantj (Posterholt), achterhand van het paard:   axtǝrkant (Venlo), achterpand:   achterkant (Schimmert), axtǝrkant (Klimmen), axtǝrkantj (Tungelroy), axtǝrkānt (Borgharen, ... ), achtervlucht:   á.chterka.nt (Zolder), achterwand:   axtǝrkantj (Nederweert), axtǝrkaŋt (Lanklaar), hak van het blad van de zeis:   ā.tǝrka.nt (Herderen, ... ), hielpartij:   ātǝrkant (Bilzen), hielpartij [wld ii.10, p. 7]:   aaterkant (Bilzen), lange achterzijde van de mand:   achter kanjt (Beesel), achterkanjt (Doenrade), achterkant (Eisden, ... ), achterkantj (Geleen), achterka‧nt (Weert), achterzi‧j (Weert), aterkant (Rijkhoven), āxtərkānt (Meijel), d’r achterkant (Klimmen), àchtərkànt (As), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  den áchterka.nt (Zolder), ondermouw:   achterkant (Neerpelt), ondermouw [wld ii.7, p.84-85]: Mouw aan de onderkant van de arm.  achterkant (Neerpelt), stompe eind van een ei:   axtərkanjt (Susteren), voorweeg:   achterkant (Beegden, ... ), axtǝrkanjt (Neeritter, ... ), axtǝrkanjtj (Baexem, ... ), axtǝrkant (Hamont, ... ) I-13, I-3, I-9, II-10, II-2, II-3, II-7, II-9, III-1-3, III-3-2
achterkasteel achterwerk:   achterkestieël (Mechelen-aan-de-Maas) III-1-1
achterkeuken bijkeuken:   axtərkø&#x0304.kə (Tungelroy), bijkeuken, achterkeuken:   aachterkeu.ke (Zonhoven), axtərkēkə (As), axtərkīəkən (Opglabbeek), axtərkōͅkə (Rekem), axtərkø&#x0304.kə (Tungelroy), axtərkø&#x0304kə (Bilzen, ... ), ātərkiəkən (Bilzen), ātərkø&#x0304kə (Riksingen), ātərkøxə (Welkenraedt), echterkeuke (Castenray, ... ), àtërkyùkë (Tongeren), bijkeuken  achterkee.ke (Hasselt), Bring (d)en ao.fwas mér nòòë d¯aachterkeu.ke: breng de afwas maar naar de achterkeuken  aachterkeu.ke (Zonhoven), kook- en eetruimte in de stal, zomerwoning:   atǝrki̯ękǝ (Rosmeer), axtǝrkøkǝ (Achel, ... ), axtǝrkø̄i̯kǝ (Stokkem), axtǝrkø̄kǝ (Eind, ... ), axtǝrkø̄ǝkǝ (Oirsbeek), axtǝrkø̜i̯kǝ (Halen), axtǝrkø̜kǝ (Stein), stookhuis, plaats voor de veevoerkookketel:   axtǝrkø̄u̯kǝ (Oirsbeek) I-6, III-2-1
achterkeukentje bijkeuken, achterkeuken:   axtərkøͅi̯kskə (Sint-Truiden) III-2-1
achterkeuveleind voorkeuvelens van de standerdmolen:   axtǝrkø̄vǝlentj (Weert) II-3
achterkeuvelens achterkeuvelens:   achterkeuvelens (Weert) II-3
achterkeuveling achterkeuvelens van de standerdmolen:   axtǝrkø̄vǝleŋ (Herten) II-3
achterkind kleindochter:   axtərkeͅntj (Munstergeleen), kleinkinderen: achterkènjer  axtərkeͅntj (Munstergeleen) III-2-2
achterklap achterwand:   achterklap (Helden, ... ), laster:   aajterklap (Mheer), achterklap (Eksel, ... ), àchterklàp (As), àchtərkláp (Venlo), (oude benaming).  achterklap (Caberg), ook materiaal znd 30, 01  āxtərklap (Hamont) I-13, III-1-4