e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
met een spit graven met een voor spitten:   mę ǝ(n) spęt ˲[graven] (Gingelom, ... ) I-1
met een spleet graven met een voor spitten:   mę ǝn splēǝt ˲[graven] (Gingelom), męt˱ ǝn splēt ˲[graven] (Tongeren) I-1
met een staak andere middelen om een duif binnen te lokken:   met een staak of bojenstok (Jesseren) III-3-2
met een staartje op een steeltje zetten:   męt ǝ stɛtšǝ (Bilzen) II-7
met een stijp opvangen ondersteunen:   met˱ e ̞nǝ štip˱ op˲vaŋǝ (Bleijerheide) II-9
met een stijpje naaien op een steeltje zetten:   met ǝ štipkǝ niǝnǝ (Montzen) II-7
met een stijve kop eweglopen kwaad weglopen:   met ⁄ne sti-jve kòp ewèglówpe (As) III-1-4
met een stijve tong kallen traag praten:   met ⁄n sti-jf tóng kàlle (As) III-3-1
met een stokvoor ploegen uiteenploegen:   męt˱ ęn štǫ ̝k˲vǭr plōgǝ (Cadier) I-1
met een tak slaan gispen, geselen:   bè èn tak of een smet hoa (Hoepertingen), nit enne tak of zweep sloan (Meerlo) III-1-2