e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
beginnen te dreigen betrekken (lucht):   ⁄t begint te dreige (Susteren) III-4-4
beginnen te gaan beginnen te rijzen:   (het deeg) bǝgent tǝ gǫn (Rumpen), bǝgejnt tǝ gøn (Stokrooie), bǝgent tǝ gun (Maaseik), bǝgent tǝ gǭ (Amstenrade), bǝgent tǝ gǭn (Blerick), bǝgent tǝ gǭǝ (Eys), bǝgentj tǝ gǭn (Heythuysen, ... ), bǝgenǝ tǝ gǭn (Beek, ... ), bǝgenǝ tǝ gǭǝę (Oirsbeek), bǝgīnt tǝ gǭn (Hasselt), rijzen:   (het deeg) bǝgent tǝ goa (Waubach) II-1
beginnen te komen uieren:   bǝgent tǝ kōmǝ (Zepperen) I-11
beginnen te lopen aanlopen:   beginnen te loepen (Linkhout) III-3-2
beginnen te lopen om ver te springen aanlopen:   beginnen te loepen om ver te springen (Kaulille) III-3-2
beginnen te schieten uitschieten:   bǝgenǝ tǝ šitǝ (Uikhoven), bǝgenǝ tǝ šētǝ (Uikhoven) II-12
beginnen te spruiten spruiten, uitbotten: Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones oe-lang uitspreken  beginne te sjproete (Gulpen) III-4-3
beginnen te udderen uieren:   (de koe begint te) nødǝrǝ (Oirsbeek), (de koe begint te) ȳdǝrǝ (Bocholtz), ødǝrǝ (Heerlerheide, ... ) I-11
beginnen te vallen afvallen van bladeren:   De blaar beginne te vallen. De bloome beginne te ruzelen. (Grubbenvorst) III-4-3
beginnen te werken beginnen te rijzen:   bǝgent tǝ werkǝn (Rumpen), het deeg bǝgent tǝ węrkǝ (Tegelen) II-1