e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
pitskram drukknoop:   petškramp (Doenrade) II-7
pitslamp ovenverlichting:   petslamp (Mal), pitslamp (Munsterbilzen), zaklamp:   petsla.mp (Kerkrade), petslamp (Lommel, ... ), petslāmp (Kermt, ... ), petsla͂mp (Kaulille), petšlamp (Bleijerheide, ... ), pietsjlamp (Puth), pitsjlamp (Sittard), pitslamp (Bree, ... ), Dit soort lamp is veel later ontstaan als de andere (eerste 4), die praktisch niet meer gebruikt worden. Ze doen nog dienst in de folklore. In de zaklampen betstaat er een oneindige verscheidenheid, gaande van de meest eenvoudige rechhoekige vorm, over buisvormige tot revolvrs toe.  petslamp (Halen), pitslamp zaklamp  pitšlamp (Rotem), zaklamp  pitslamp (Hoepertingen), pitslāmp (Opheers), zaklantaarn  pietschlamp (Valkenburg) II-1, III-2-1
pitslampje zaklamp:   petšlēͅmkə (Teuven) III-2-1
pitslicht zaklamp:   petslixt (Lommel) III-2-1
pitsmaal buitenzak op een jas: syn. Bénnemaol, bróksemaol, mòlke.  pitsmaol (Diepenbeek) III-1-3
pitsmachine ponsmachine:   petsmǝšīn (Bilzen) II-11
pitsogen knipogen:   pitsoogen (Jeuk) III-1-1
pitstang bektang, buigtang:   petštsaŋ (Simpelveld), gaatjestang:   pętstaŋ (Neeroeteren), hoeftang:   petstaŋ (Bilzen, ... ), petštaŋ (Rothem), petštsaŋ (Spekholzerheide), nijptang:   petstaŋ (Berverlo, ... ), petštaŋ (Bleijerheide, ... ), petštsaŋ (Bleijerheide, ... ), pitsta.ŋ (Tongeren), pitstaŋ (Veulen), pitštaŋ (Lanklaar), pętstaŋ (Kinrooi, ... ), pītštaŋ (Schinnen), oorworm: fon. var. niet overgenomen  pitstang (s-Herenelderen), pannentang:   pets`taŋ (Bevingen, ... ), petš`taŋ (Heerlen, ... ), pits`taŋ (Mesch), pitš`taŋ (Eijsden), tegeltang:   pets`taŋ (Bilzen, ... ), petš`taŋ (Klimmen, ... ), petš`tsaŋ (Bleijerheide), vuurtang, sinteltang:   petštaŋ (Teuven) II-10, II-11, II-12, II-7, II-9, III-2-1, III-4-2
pitstangetje nijptang:   petštɛŋskǝ (Maasmechelen) II-11
pitster drukknoop:   petstǝr (Wellen) II-7