e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
plooitjesbroek meisjespantalon met kanten pijpen: Plooikesbroek.  pluəjkəsbruk (Tessenderlo) III-1-3
plooitjesrandje luifel? [idem?]:   plojkes rehntje (Meijel) III-1-3
plooitjestang plooitang:   plǫjkǝstāŋ (Meijel) II-7
plorken door de modder rollen:   plurǝkǝ (Zonhoven) I-12
plot achterwerk:   plót (Meerssen) III-1-1
ploteren kreukelen: zie WNT: ploten (A.1: van de wol ontdoen...), met verwijzing naar pleut(e) etc.  het kleed pleutert (Sint-Martens-Voeren) III-1-3
plotkont papperig, opgeblazen persoon:   plotjkont (Bunde) III-1-1
plots trage vrouw: Rh.Wb. VI, kol. 1002, s.v. Plutsche = verächtl. plumpes Weib  plótsj (Maastricht) III-1-4
plotsen gieten, hard regenen:   plosse (Wellen), het woter plts aut de renner  plots (Werm), ingieten (met geluid):   plótsje (Maastricht), plótsjən (Urmond), Van steen in water.  plòtsje (Boorsem), plassen (met water):   ploetsje (Puth), NB: klotsjen = het kabbelen van water; waterklotsj = watergolf.  in t water plŏtsje (Berg-aan-de-Maas) III-1-2, III-4-4
plotserig pafferig dik, opgeblazen van lijf:   ploetserig (Tegelen, ... ), plòtsjerig (Maastricht) III-1-1