e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L192a plaats=Siebengewald

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
trekhaak trekijzer: tre̜k˱īzǝr (Siebengewald) Soort van tang die wordt gebruikt bij het aanbrengen van de verhitte wielband rond de velg van een karwiel. De trekhaak bestaat doorgaans uit een metalen staaf van ongeveer 2 meter lengte waarvan één uiteinde plat is uitgesmeed en een weinig is omgebogen. Boven het gebogen uiteinde is een beweegbare haak aangebracht. Zie ook afb. 213. Bij het aanbrengen van de wielband wordt het gebogen uiteinde van de haak tegen de velg geplaatst, waarna de wielband met behulp van de haak rond het wiel getrokken wordt. [N 33, 277] II-11
trekhaak van de cultivator trekhaak: trękhǭk (Siebengewald) Aan het zwenkwiel of de voorkar van de cultivator zit van voren een haak waaraan het trektuig van het paard gekoppeld wordt. [N 11A, 151a; monogr.] I-2
triduüm tridum (<lat.): tridiun (Siebengewald) Een driedaagse godsvruchtoefening, triduüm . [N 96B (1989)] III-3-3
troffel troffel: trūvǝl (Siebengewald) Werktuig om specie op metselstenen aan te brengen en uit te strijken. De troffel wordt door de smid gebruikt om schouwplaten in de schouw vast te metselen. Zie ook Vuylsteke s.v. truweel en het lemma "troffel" in Wld ii.9, pag. 7-8. [N 33, 315] II-11
trommeltje trommel: truməl (Siebengewald) trommeltje [RND] III-3-2
trouwboekje trouwboekje: trouwbuukske (Siebengewald) het trouwboekje [trouwbusj-je] [N 96D (1989)] III-2-2
trouwen trouwen: trouwe (Siebengewald) Trouwen, mensen in de echt verbinden [trouwe]. [N 96D (1989)] III-3-3
trouwkostuum bruidegom trouwpak: trouwpak (Siebengewald) het bruidspak van de man [broedsantsoch, broeds-mantoer] [N 96D (1989)] III-2-2
trouwring trouwring: trouwring (Siebengewald) een trouwring [N 96D (1989)] III-2-2
trui trui: trui (Siebengewald) Zou die trui goed blijven in de was? [DC 40 (1965)] III-1-3