24457 |
vleermuis |
vleermuis:
vlermuus (L192a Siebengewald)
|
vleermuis [DC 40 (1965)]
III-4-2
|
23942 |
vlees derven |
vasten:
vaaste (L192a Siebengewald)
|
Zich onthouden van vlees e.d., zich vlees e.d. ontzeggen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
34378 |
vleiwoord voor het varken |
kuus:
kus (L192a Siebengewald)
|
[VC 14, 2c v]
I-12
|
33141 |
vleugels in de wanmolen |
vleugels:
vlø̄ǝgǝls (L192a Siebengewald)
|
De schuingeplaatste plankjes die op een as zijn gemonteerd die wordt aangedreven, waardoor er een windstroom ontstaat, in de wanmolen. [N 14, 45b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-4
|
31214 |
vliegwiel |
vliegwiel:
vlīxwīl (L192a Siebengewald)
|
Zwaar, metalen wiel dat door zijn draaiing een machine telkens door het dode punt moet brengen. [N 33, 280b]
II-11
|
24392 |
vlinder |
pannenvogel:
panəvIogəl (L192a Siebengewald),
vlinder:
vlendər (L192a Siebengewald)
|
vlinder, pepel [RND]
III-4-2
|
24396 |
vlo (enk.) |
vlo:
vloi (L192a Siebengewald)
|
vlo (pulex irritans), enk. [DC 54 (1979)]
III-4-2
|
24395 |
vlo (mv., fon.) |
vleui:
vleuj (L192a Siebengewald)
|
vlo (pulex irritans), mv. [DC 54 (1979)]
III-4-2
|
21784 |
vloek |
vloek:
vloek (L192a Siebengewald, ...
L192a Siebengewald)
|
een vloek [hiemmeltsakker] [N 96D (1990)] || Een vloek [hiemmeltsakker]. [N 96D (1989)]
III-3-1, III-3-3
|
21395 |
vloeken |
vloeken:
vloeken (L192a Siebengewald, ...
L192a Siebengewald)
|
vloeken [N 96D (1990)] || Vloeken. [N 96D (1989)]
III-3-1, III-3-3
|