e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q032p plaats=Schinnen

Overzicht

Gevonden: 4527
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bekennen bekennen: bekennen (Schinnen), bekènne (Schinnen), bəkinnə (Schinnen), toegeven: toegéévə (Schinnen) uitkomen voor een schuld [kennen, bekennen] [N 85 (1981)] III-1-4
bekkens bekkens: bekkens (Schinnen), deksels: deͅksəls (Schinnen) Het muziekinstrument dat bestaat uit twee koperen schijven met leren handvaten, die tegen elkaar geslagen worden [bekkens, schellen]. [N 90 (1982)] III-3-2
bekvechten disputeren (<fr.): Van Dale: disputeren (&lt;Fr.), wetenschappelijk redetwisten; - kibbelen, twisten.  dispeteire (Schinnen), schelden: sjelje (Schinnen), strijden: striejen (Schinnen), strīējə (Schinnen) redetwisten [SGV (1914)] || ruzie maken door woorden [afstrijden, rikrooien, kerwee hebben, strijden, muilvech-ten, smoelvechten, opstrijden] [N 85 (1981)] III-3-1
belangrijk, van belang van belang: van belang (Schinnen) van grote betekenis [van belang, van pretansie] [N 91 (1982)] III-4-4
belasting belasting: belasting (Schinnen), bəlasting (Schinnen), taks (<fr.): taks (Schinnen) de verplichting tot het betalen van een geldelijke bijdrage in de lasten van de overheid [tijns, cijns, belasting, taks] [N 90 (1982)] III-3-1
belastingbiljet aanslag: aansjlaag (Schinnen, ... ), brandbrief: branjdbrief (Schinnen) het biljet waarop vermeld staat hoeveel belasting iemand moet betalen [lastenbrief, brandbrief, binnenboek] [N 90 (1982)] III-3-1
beleg beleg: bǝlax (Schinnen), bǝlɛk (Schinnen) Stuk stof waarmee sommige delen van een kledingstuk ter versterking belegd worden of het stofdeel dat gebruikt wordt om de rafelkanten van een kledingstuk af te werken op plaatsen als de hals, het armsgat en sluitingen voor en achter. Er worden drie categorieën beleg onderscheiden: beleg op vorm, aangeknipt beleg, dat in wezen een soort beleg op vorm is, en schuingeknipt beleg (Het Beste Naaiboek, pag. 192). Een beleg op vorm bestaat meestal uit verschillende stukken die geknipt worden in de vorm van het deel dat ermee wordt afgewerkt. De afzonderlijke stukken worden aan elkaar genaaid, zodat ze een compleet belegstuk vormen dat langs de rafelkant wordt genaaid. Een aangeknipt beleg is een verlengstuk van het kledingstuk. Een schuin beleg is een smalle bies van schuingeknipte dunne stof die in de vorm kan worden gestreken voor het af te werken deel (Het Beste Naaiboek, pag. 192). [N 59, 114a; N 62, 32; Gi 1.IV, 33; MW] II-7
belofte belofte: belofte (Schinnen, ... ), ein belofte (Schinnen) Een belofte. [N 96D (1989)] III-3-3
beloken pasen beloken pasen: belaoke paosje (Schinnen), beloake paoësje (Schinnen), beloake poasje (Schinnen), broken pasen: beoeake paosje (Schinnen), gebroken pasen: gebroake Poasje (Schinnen) beloken Paschen [SGV (1914)] || De eerste zondag na Pasen, Beloken Pasen, de laatste dag dat men zijn Paasplicht kon vervullen [gebroke Paose, Wiesse Zóndiech]. [N 96C (1989)] III-3-3
beloven beloven: beloave (Schinnen, ... ) beloven [gelaove, belaove] [N 96D (1989)] III-3-1