e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L427p plaats=Obbicht

Overzicht

Gevonden: 2561
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ziek krank (du.): krank (Obbicht), ziek: zeek (Obbicht) ziek [SGV (1914)] III-1-2
ziekte krankheid: krankheid (Obbicht), ziekte: zeekte (Obbicht) ziekte [SGV (1914)] III-1-2
ziel ziel: ziêl (Obbicht) ziel [SGV (1914)] III-3-3
zielboek dodenlijst: doajelies (Obbicht) Het zielenboek, het register van overledenen, wier namen op vaste tijden van de preekstoel werden afgelezen, voorzover de nabestaanden het zielenboekgeld hadden voldaan [zielboek, dodenlijst?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zien, kijken kijken: kieke(n) (Obbicht), zien: zeen (Obbicht) kijken [SGV (1914)] || zien [SGV (1914)] III-1-1
zijaltaar zijaltaar: ziejaltaar (Obbicht) In een zijbeuk [zijaltaar?]. [N 96A (1989)] III-3-3
zijde zij: pie:n in de ziej (Obbicht) zij, zijde (pijn in de zij) [N 07 (1961)] III-1-1
zijn neus snuiten snoeven: sjnoeve (Obbicht) snuiten: zijn neus snuiten [sneuve, snutte] [N 10a (1961)] III-1-2
zijpad zijgang: ziegank (Obbicht) Elk van beide zijgangen [zijpad?]. [N 96A (1989)] III-3-3
zijwand zijplanken: ziplɛŋk (Obbicht) Elk van de zijkanten van een kar, wagen of kruiwagenbak. Herhaaldelijk worden in het materiaal speciaal de zijkanten van een hoogkar vermeld, die afgenomen kunnen worden. De zijwanden van de slagkar, die samen met de voorwand een vast geheel vormen, krijgen vaak geen aparte naam. De zijplanken zijn horizontale planken die tegen verticale rongen staan en waarop verhoogsels gezet kunnen worden. De woordtypes kist, mouw, komp en korf, die thans "elk van de twee zijwanden" betekenen, zijn oorspronkelijk termen voor de kar- of wagenbak als geheel. De benamingen voor dit geheel worden behandeld in het lemma bak. De meer specifieke benamingen voor de zijwanden van de kruiwagen worden onder het betreffende lemma behandeld. [N 17, 30a + 40 + 46a + add; N G, 53c + 60 a-b; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2a; JG 2b; JG 2c; A 26, 2b; Lu 4, 2b; monogr.] I-13