e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L427p plaats=Obbicht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wisselen van tanden breken: brēkǝ (Obbicht) [N 3A, 108b; N 3A, 16; N 3A, 22] I-11
wisselvallig weer t weer staat te luimen]: loerechtig wair (Obbicht), ⁄t waer is loerechtig (Obbicht) niet schijnen te weten wat het wil gaan doen, gezegd van het weer [loerachtig [N 22 (1963)] III-4-4
wissenmes witsenwapen: wetsǝwǭpǝ (Obbicht) Het -vaak sikkelvormige- werktuig waarmee de wissen worden gekapt. Zie ook afb. 261. [N 38, 6 add.; N 40, 9; monogr.] II-12
wit zand, stooizand zand: zand (Obbicht) De witte stof die vroeger op de vloer gestrooid werd (zand, wit zand) [N 79 (1979)] III-2-1
witte klaver, steenklaver steenklee: stęi̯n[klee] (Obbicht), wilde klee: weljǝ [klee] (Obbicht) Trifolium repens L. Een 5 tot 25 cm lange plant met kruipende stengels emn witte, later bruine, bloemhoofdjes, die van mei tot de herfst bloeien. Ook witte klaver wordt vooral als veevoeder en als dekvrucht geteeld, is eerder geschikt voor weiden dan voor maaien, maar stelt lagere eisen aan de grond. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.] I-5
witte kool kappes: kappes (Obbicht), kappesmoes: kappesmoos (Obbicht) witte kool als gerecht [N Q (1966)] || witte kool, als plant of gewas [N Q (1966)] I-7, III-2-3
witte kwikstaart kwikstaart: kwikstart (Obbicht) kwikstaart [SGV (1914)] III-4-1
witte, buitenlandse bloem patentbloem: patentbloem (Obbicht) De bakkwaliteit van bloem gemalen van harde tarwe is beter dan die van bloem ge-malen van zachte tarwe (Schoep blz. 7). Hetzelfde geldt voor de rogge. Omdat in het algemeen de buitenlandse tarwe en rogge harder zijn dan de inlandse, kan men zeggen dat de buitenlandse bloem een betere bakkwaliteit heeft dan de inlandse bloem. [N 29, 15b; N 29, 16] II-1
wittebrood weg: wèk (Obbicht) wittebrood [SGV (1914)] III-2-3
woensdagx goensdag: goonsdig (Obbicht, ... ) dag; woensdag [N 07 (1961)] || Woensdag [SGV (1914)] III-4-4