e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amby

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wilde tijm tijm: tijm (Amby) Tijm; de blaadjes zijn langwerpig rond en naar achteren omgekruld; wordt in de linnenkast gelegd; ook gebruikt als specerij bij kool, salade en komkommer of in soep gekookt en als geneesmiddel tegen hoest (tamoe, tamus, tijmos, tijmis). [N 82 (1981)] III-4-3
wilg (alg.) wijde: ɛn weei (Amby), -  wïj (Amby), wijdenboom: wéjebaum (Amby) wilg [ZND 14 (1926)] || wilg (Salix) [DC 28 (1956)] III-4-3
wilgenkatje katje: wilg, els, hazelnoot  ketsches (Amby) De aarachtige bloeiwijze van sommige bomen, katje (kat, katje, poeske, prop, stop, knop). [N 82 (1981)] III-4-3
wilgenteen vits: witsch (Amby) De tak, wijg van een wilg (wis, poot, sliet). [N 82 (1981)] III-4-3
willen willen: wille (Amby), Mar.;: dit ww. komt niet voor in WBD 1.4; in deze lijst komt het gehele werkwoord ook niet voor! Niet gebruiken?  ich wil, dich wils, er wilt (Amby) ik wil, gij wil, hij wil ik wou, gij woudt, hij wou wil hij nu? wou hij gisteren? wou hij het maar doen! [ZND 08 (1925)] || willen [SGV (1914)] III-1-4
wimpel wimpel: weempel (Amby) een lange smalle vlag [wimpel, vleugel] [N 90 (1982)] III-3-1
wimper plimp: plēūmp (Amby), plumpe (Amby) wimper [DC 01 (1931)] III-1-1
wind poep: pōēp (Amby), scheet: scheet (Amby) Wind: ontsnappende darmgassen, een buikwind (scheet, veest, poepje, wind). [N 84 (1981)] III-1-1
wind (alg.) wind: wind (Amby), ps. omgespeld volgens IPA.  wēͅnt (Amby, ... ) wind [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] III-4-4
winderig weer winderig (weer): wenderig (Amby), windrig (Amby), wénderig (Amby), windsig: windsig (Amby) winderig [SGV (1914)], [ZND 13 (1925)] III-4-4