e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amby

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zaak bedrijf: bedrīēf (Amby), zaak: zaak (Amby) inrichting voor de uitoefening van een bepaalde tak van industrie, handel, enz. [bedrijf, zaak, gedoente, doen, gedoe, gedoendel] [N 89 (1982)] III-3-1
zakdoek maalplag: Soms.  maalplak (Amby), neusdoek: neusdook (Amby), snuifplag: schnoefplak (Amby), tassendoek: teschendoek (Amby), zakdoek: zakdoek (Amby), zakdook (Amby) neusdoek [SGV (1914)] || Neusdoek. [ZND 05 (1924)] || Zakneusdoek (fr. mouchoir). [ZND 05 (1924)] III-1-3
zalig zalig: zalig (Amby), zalig neujaor (Amby) zalig [SGV (1914)] || Zalig (of Gelukkig, enz.) Nieuwjaar! [ZND 05 (1924)] III-3-3
zand, zandgrond zand: zant (Amby), zavel: zāvǝl (Amby) Zand is steenstof, een geologische formatie die uit losse, fijne korrels kwarts en glimmer bestaat. Zandgrond is de grondsoort die uit zand bestaat, en is lichte, niet zoʔn vruchtbare grond. Zavel bestaat voornamelijk uit zand met wat lichte klei. [N 27, 40; Wi 52; S 45; L 7, 61a; L 8, 103; N 11, 2f add.; N 18, add.; A 10, 4; Vld.; monogr.] I-8
zandkorrel, korreltje zand zandkorreltje: zandkörrelke (Amby) zandkorrel, korreltje zand [zandeke] [N 81 (1980)] III-4-4
zanglijster, lijster lijster: liester (Amby, ... ) lijster [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] III-4-1
zaniken, zeuren zaniken: er kan zaniken (Amby), zaniken (Amby), zanikke (Amby), zeuren: zeure (Amby), zeveren: zeivere (Amby), ("ei"= fr. père).  zeivere (Amby), zokken: zokken (Amby) Hij kan zaniken (zeuren; tot vervelens toe over hetzelfde praten). [ZND 08 (1925)] || langdurig of telkens op dezelfde toon of lastige manier over iets spreken, bijv. om zich te beklagen [zeuren, zaniken, zemelen, nijnaaien, merelen, nosteren, memmen, melken, naaien, moesjanken] [N 87 (1981)] || steeds over een vervelende wijze over iets spreken [semmelen, zeveren, zagen, zemelen, zeuren, zaniken] [N 85 (1981)] || zaniken [SGV (1914)] || zeuren [SGV (1914)] III-3-1
zavel, lichte klei zavel: zavel (Amby, ... ) zand met klei, beekbezinking [zavel] [N 81 (1980)] || zand met kwarts, gele, bruine of grijze aarde [zavel] [N 81 (1980)] III-4-4
zedelijk slecht meisje slet: schlet (Amby) een zedelijk slecht meisje [wiender, loeder, loopster, kit, duivin, lellebel, sloerie, wats, flauwtoet] [N 86 (1981)] III-2-2
zedig braaf: braaf (Amby), zedig: zedig (Amby) zich strikt houdend binnen de grenzen van het zedelijk geoorloofde [stil, zedig] [N 85 (1981)] III-1-4