e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

Gevonden: 1858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doffer, mannelijke duif doffer: doffer (Afferden), duivenmannetje: doevemenneke (Afferden), hoorn: hoaren (Afferden), mannetje: menneke (Afferden) duif, mannetje [ZND 18 (1935)] || mannetjesduif [SGV (1914)] III-4-1
dolle kervel dolle kervel: dǫlǝ kē̜rǝvǝl (Afferden) Chaerophyllum temulum L. Een vrij algemeen voorkomend -naar men aanneemt: giftig- onkruid aan bosranden, akkerkanten en beschaduwde wegbermen met een behaarde, roodgevlekte stengel, witte bloempjes in schermen en veervormig, ingesneden donkergroen blad. Het bloeit van mei tot juli en de lente varieert van 60 tot 120 cm. [A 60A, 16; L 1, a-m; L 6, 35; L 15, 8; S 7; monogr.] I-5
dompelen dompelen: dŏŏmpele (Afferden, ... ) dompelen [SGV (1914)], [SGV (1914)] III-1-2, III-4-4
donderen donderen: dŏŏndere (Afferden) donderen [SGV (1914)] III-4-4
donderx donder: dŏŏder (Afferden), kommel: kŏŏmmel (Afferden) donder [SGV (1914)] III-4-4
donker, duisterx duister: duuster (Afferden) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] III-4-4
dood (bn.) dood: doeëd (Afferden), dood (Afferden), dóóĕd (Afferden) dood [SGV (1914)] || dood (bijv.) [DC 03 (1934)] III-2-2
doodskist doodskist: dodskiest (Afferden, ... ) doodskist; hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd [DC 23 (1953)] || Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [DC 23 (1953)] III-2-2, III-3-3
doodskleed doodshemd: dodshimd (Afferden), doodskleed: dodsklîêd (Afferden) doodskleed; hoe noemt men het doodskleed (hinnekleed, reekleed, regenkleed, enz.)? Moet dit kleed aan bepaalde voorwaarden voldoen? [VC 03 (1937)] III-2-2
doof doof: doeëf (Afferden) doof [SGV (1914)] III-1-1