e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

Gevonden: 1858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broederschap broederschap: broederschap (Afferden) broederschap [SGV (1914)] III-3-3
broeds kloeks: kluks (Afferden) Op de vraag "Wat zegt u tegen "broeds" in uw dialect?" antwoordt een aantal informanten met een omschrijving. Deze antwoorden vindt men terug onder de als werkwoord aangeduide woordtypen. [N 19, 43b; L 22, 22; S 5; monogr.] I-12
broeibak broeibak: broeibak (Afferden) [SGV (1914)] I-7
broek: algemeen boks: bŏŏks (Afferden) broek (kleedingstuk) [SGV (1914)] III-1-3
broekland, moeras moeras: moeras (Afferden) moeras [DC 02 (1932)] III-4-4
broer broer: bruur (Afferden, ... ) broeder [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] || broer [DC 03 (1934)] III-2-2
brokkelhoef weke voeten: wēkǝ vȳt (Afferden) Een hoef met wanden die zeer bros zijn en gemakkelijk afbrokkelen. In de hoornwand zijn kloven. Als het paard moet beslagen worden, is het moeilijk de ijzers goed vast te nagelen. [N 8, 90u] I-9
brommen, zoemen van een insect brommen: brŏŏmme (Afferden) brommen [SGV (1914)] III-4-2
bron bron: bron (Afferden), brŏŏn (Afferden) bron [SGV (1914)] || Natuurlijke opening in de grond waar water uit opwelt. [S 5; L 1a-m; L 22, 26; N 5A(I] I-8, III-4-4
bronstig, van merries hengstig: heŋstex (Afferden) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van merries. Een hengstige merrie reageert op de aanwezigheid van de hengst met het optillen van de staart. Ze neemt herhaaldelijk een urirende houding aan, waarbij kleine hoeveelheden urine worden geloosd, terwijl de clitorisch ritmisch naar buiten wordt geperst. Bij de afwezigheid van de hengst zijn deze symptomen minder duidelijk of soms geheel afwezig. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 8, 42a en 44; N 8A, 2; monogr.] I-9