e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L192p plaats=Bergen

Overzicht

Gevonden: 1064
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
harmonisch van bouw gestuikt: gǝstukt (Bergen) Gezegd van een goed gebouwd paard, met korte, gesloten en gevulde flanken. [N 8, 64a] I-9
hart hart: hart (Bergen) hart [RND] III-1-1
heen en weer (bewegen) op en neer: hi-j löpt óp èn nîêr (Bergen) heen en weer lopen [op en aaf lope] [N 07 (1961)] III-4-4
heer heer: hiər (Bergen) heer [RND] III-3-1
heggenmus blauwmannetje: blaauwmenneke (Bergen) Hoe heet de heggemusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
heizode heibult: hęi̯bølt (Bergen), heiros: hęi̯ros (Bergen) Afgestoken stuk hei. [N 14, 77b; N 14, 77c; N 27, 39h; N 27, 39g; N 18, add.; N 11, add.; S 46; A 39, 15a; A 39, 15b; R 3, 98; L 8, 123; L B2, 274; AGV, k6; monogr.] I-8
hekken hekwerk: hekwerk (Bergen) Algemene benaming voor alle aan de roede bevestigde langse en dwarse latten bijeen: het geheel van zomen en hekscheien. Zie ook afb. 37. [N O, 2a; N O, 6b; A 42A, 66; Sche 33; monogr.] II-3
hekscheien verbindingslatten: verbindingslatten (Bergen) De dwarse latten van het hekken, die aan de roede bevestigd zijn en waarop de zoomlatten vastgemaakt worden. Zie ook afb. 38. [N O, 2g; A 42A, 65; Sche 32] II-3
helpen helpen: helpe (Bergen) helpen (geen context) [DC 37 (1964)] III-1-4
hemel hemel: he.məl (Bergen) hemel [RND] III-3-3