e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

Gevonden: 3950
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zetten zetten: zêtte (Doenrade) zetten [SGV (1914)] III-1-2
zeugekooi stal: štal (Doenrade) De aparte kooi of betimmering in een varkenshok die verhindert dat de zeug de biggen met haar zware lijf dooddrukt. Vroeger werden daarvoor op ongeveer 15 tot 20 cm afstand van de bodem en van de muren van de stal houten balken van ongeveer 12 cm dikte aangebracht. De ruimte tussen balken en vloer kan dan door de biggen als vluchtweg gebruikt worden. Tegenwoordig bevindt de zeug zich in een apart hok, waarvan aan twee kanten de onderste plank ontbreekt zodat de biggen bij de tepels kunnen die door de openingen steken. [N 5A, 62a; N 19, 18; N 76, 41d] I-6
zeven zeven: zeeve (Doenrade), zeevə (Doenrade) zeven; Hoe noemt U: Door een zeef laten lopen (zeven, ziften) [N 80 (1980)] III-2-1
zich aanstellen zich aanstellen: zich get aansjtèlle (Doenrade) zich aanstellen [N 102 (1998)] III-3-1
zich bedenken zich bedenken: zich bedénkə (Doenrade) van besluit veranderen, van zijn mening terugkomen [zich bedenken, fineren] [N 85 (1981)] III-1-4
zich bemoeien met bemoeien: bemuije (Doenrade) bemoeien [SGV (1914)] III-3-1
zich bij de prijswinnaars plaatsen prijs krijgen: deze duif "krit pries (Doenrade), prijs vliegen: ze hèt pries gevloège (Doenrade) een duif die in de eerste prijzen valt? [N 93 (1983)] || zich bij de prijswinnaars plaatsen? [N 93 (1983)] III-3-2
zich gedragen zich voegen: zich veugə (Doenrade) zich goed gedragen [zich voegen, zich gevoegen] [N 85 (1981)] III-1-4
zich heel wat inbeelden; ingebeeld persoon zich get menen: zich gèt menə (Doenrade), zich get veel menen: zich gèt vèùl menə (Doenrade) het gevoel van meerderheid te zeer of ongegrond doen blijken [groots] [N 85 (1981)] || zich heel wat inbeeldend, een te hoge mening van zich zelf hebben [veel kak hebben, veil hebben, ophangen, veel gasconnades veil hebben] [N 85 (1981)] III-1-4
zich inbeelden zich inbeelden: ibilje, zich (Doenrade) inbeelden, zich [SGV (1914)] III-1-4