e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

Gevonden: 3950
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ziekelijk krankelijk: kränkelik (Doenrade) Ziekelijk: telkens ziek (ziekelijk, ongans, lelijk, zuchtig). [N 84 (1981)] III-1-2
ziekenhuis hospitaal: hospetaal (Doenrade) Ziekenhuis: inrichting voor het verplegen van zieken (hospitaal, gasthuis). [N 84 (1981)] III-1-2
ziekte krankheid: krankheid (Doenrade) ziekte [SGV (1914)] III-1-2
ziel ziel: zeel (Doenrade) ziel [SGV (1914)] III-3-3
zielboek dodenlijst: doewdelies (Doenrade) Het zielenboek, het register van overledenen, wier namen op vaste tijden van de preekstoel werden afgelezen, voorzover de nabestaanden het zielenboekgeld hadden voldaan [zielboek, dodenlijst?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zien, kijken kijken: kieke (Doenrade), zien: zeen (Doenrade) kijken [SGV (1914)] || zien [SGV (1914)] III-1-1
zijaltaar zijaltaar: zie èltjer (Doenrade), zieèltjer (Doenrade) In een zijbeuk [zijaltaar?]. [N 96A (1989)] || Op het priesterkoor [zijaltaar?]. [N 96A (1989)] III-3-3
zijde zij: ziej (Doenrade), zij(de): zi (Doenrade) Natuurprodukt dat wordt verkregen bij het afwikkelen van de cocons waarmee het zijderupsje zich omhult totdat het zich ontpopt tot vlinder (Morand, pag. 58). Het is de grondstof voor weefsels. [N 62, 79a; N 62, 75c; N 59, 201; L 8, 117; MW; monogr.] || Zijde, flank: de zijkant van de buik tussen onderste ribben en heup (zijde, lank, flank) [N 84 (1981)] II-7, III-1-1
zijn tevredenheid betuigen blij zijn: blie zin (Doenrade), stuiten: sjtūūte (Doenrade) genoegen hebben om het geluk van iemand anders [ergens in gruien, grunselen] [N 85 (1981)] || zijn tevredenheid betuigen, zijn tevredenheid kenbaar maken [stuiten] [N 85 (1981)] III-1-4
zijn woede luchten afreageren: aafreagerə (Doenrade) zijn woede proberen kwijt te raken door iets te doen of te zeggen [N 85 (1981)] III-1-4