19330 |
dwarsdrijven |
terwarsdrijven:
terjas dreeven (P120p Alken)
|
Hij moet altijd dwarsdrijven (anders willen zijn dan anderen). [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
19345 |
dwarsdrijver |
terwarsdrijver:
wa n terjas dreever (P120p Alken)
|
Wat een dwarsdrijver! [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
18405 |
eau de cologne |
eau de cologne (fr.):
O de Cologne (P120p Alken)
|
Eau de cologne. Reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18101 |
eczeem |
eczema:
eczema (P120p Alken)
|
Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (eczeem, uitslag, (haar)worm). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
21313 |
eed |
eed:
eet (P120p Alken)
|
eed [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|
22483 |
een april |
eerste april:
josten april (P120p Alken)
|
de dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april) [N 112 (2006)]
III-3-2
|
20145 |
een blauwtje lopen |
hij heeft de bons gekregen:
hij heeft de bons gekregen (P120p Alken)
|
Als een jongen door een meisje wordt afgewezen zegt men wel: hij heeft een blauwtje gelopen. Kent u voor dit feit in uw dialect een andere uitdrukking [N 115 (2003)]
III-2-2
|
20505 |
een borrel drinken |
achteruit gaan:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
achter oo-it ’go-in (P120p Alken),
een drupje drinken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
ən drəpke dreenken (P120p Alken)
|
druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)]
III-2-3
|
20941 |
een boterham smeren |
een boterham bereiden:
ənə boi̯tram bre̝ͅi̯ə (P120p Alken)
|
smeren [RND]
III-2-3
|
34532 |
een ei |
ei:
ē̜i̯ǝ (P120p Alken),
ęi̯.ǝ (P120p Alken),
eitje:
ēkǝ (P120p Alken)
|
[L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.]
I-12
|