e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P120p plaats=Alken

Overzicht

Gevonden: 2431
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drinkbak voor de koeien krib: krøp (Alken) Uit een aantal benamingen wordt niet duidelijk om welke soort van drinkbak het gaat: los of vast, ouderwets of modern. Andere benamingen geven aan uit welk materiaal de bak vervaardigd is. [L 38, 33; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10] I-6
drinkglas glas: glaəs (Alken), pint: pī̞.i̯ntə (Alken) drinkglas [RND] || glas [ZND 35 (1941)] III-2-1
droesem bezinksel: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  beze-inksel (Alken) droesem [ZND 23 (1937)] III-2-3
droog weer droog: drujch (Alken) droog [RND] III-4-4
droogstaan verdrogen: (de koe is) vǝrdrøu̯xt (Alken) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
droogte droogte: dreugte (Alken) droogte [ZND 33 (1940)] III-4-4
druiventros tros druiven: tros druive (Alken) [ZND 33 (1940)] I-7
druk heen en weer lopen rondlopen: rondlopen (Alken) Bedrijvig heen en weer lopen (rondridderen, -rennen, rettereren). [N 109 (2001)] III-1-2
druphoning druphoning: drø̜pǫwniŋ (Alken) Honing die verkregen wordt door de volle raten in een warm vertrek op een zeef te leggen of ze in een fijne neteldoek langs een warme kachel (L 416) te hangen. De honing laat men uitlekken om ze vervolgens op te vangen. De raten moeten daartoe wel eerst ontzegeld zijn. [N 63, 116a; JG 1a; monogr.] II-6
druppel druppel: drəppel (Alken, ... ) druppel (water) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4