e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P120p plaats=Alken

Overzicht

Gevonden: 2431
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dood (adj.) dood: znd 23, 022a;  dooet (Alken) dood; hij is - [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (bn.) dood: doud (Alken), dòwt (Alken) dood; de jongen die gisteren van het dak is gevallen, is nu - [ZND 46 (1946)] || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dood (zelfst.nw.) dood: 1a-m; 23, 21  doojd (Alken) dood (subst.; na den dood) [ZND 01 (1922)] III-2-2
doodkist doodskist: znd 33, 38;  dotskies (Alken) een doodkist [ZND 33 (1940)] III-2-2
doodskist doodskist: znd 33, 38;  dotskies (Alken), kist: ki:əs (Alken) Doodkist. [ZND 33 (1940)] || Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [Lk 01 (1953)] III-3-3
doodsteken strot oversnijden: strot oversnijden (Alken) Nadat het dier is verdoofd, wordt het ogenblikkelijk de keel doorgesneden, opdat het nog pompende hart het bloed uit het lichaam kan stuwen. De woordtypen in dit lemma kunnen zowel duiden op het doodsteken van een varken als op het doodsteken van een rund. Een bij de opgave toegevoegd object ''varken'', ''koe'', ''beest'' wordt niet in het woordtype opgenomen. [N 28, 11a; N 28, 11b, N 28, 12a; N 28, 13b, monogr.] II-1
doof doof: hije es zae doof as ne pot (Alken) hij is zo doof als... (vertaal en vul aan) [ZND 23 (1937)] III-1-1
doofstom doofstom: doofstom (Alken) Hij is doofstom [ZND 33 (1940)] III-1-1
dooien dooien: dooien (Alken, ... ) dooien [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
dooier doren: duǝ.rǝ (Alken), ouwer: ūorǝ (Alken) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12