e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L244a plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 970
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
speen van de koe deem: dēm (Veulen) [N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.] I-11
spekpannenkoek knik: knik (Veulen), spekkoek: spekkoēk (Veulen) spekpannekoek || spekpannekoek, geknoopt in een handdoek of knapzak III-2-3
spijkerbak nagelenbak: nē̜gǝlǝnbak (Veulen) In vakjes verdeelde bak waarin de verschillende soorten spijkers en schroeven kunnen worden bewaard. [N 54, 23; monogr.] II-12
spijkeren nagelen: nē̜gǝlǝ (Veulen) Met een hamer spijkers in het hout slaan. [N 53, 152a-b; L 5, 7; monogr.] II-12
spionnetje, kijkgaatje loerraampje: loērremke (Veulen) klein raampje in de voordeur III-2-1
sport van een stoel sproot: sproeët (Veulen) dwarsverbinding tussen de stoelpoten, tafelpoten III-2-1
spuwbakje, kwispedoor spijbak: kwispedoor  speejbak (Veulen) spuwbak III-2-1
staart stubstaart: ve paard, hond of kat  stoebstárt (Veulen) staart, gecoupeerde — III-2-1
stamppot potage: petázzie (Veulen), pótázzie (Veulen) stamppot III-2-3
stamppot met stokvis pratmoes: pratmoes (Veulen) soort stamppot III-2-3