e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L244a plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 970
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stijl deurstijl: dø̄rstil (Veulen), post: rāmpǭst (Veulen), raampost: rāmpǭst (Veulen) Het verticale deel van een kozijn waaraan de deur of het raam zijn opgehangen of waartegen deze aanslaan. Kozijnstijlen waren vroeger doorgaans van grenehout, tegenwoordig zijn zij ook van hardhout, metaal of kunststof. [N 55, 7a; monogr.] II-9
stobbe poest: pust (Veulen), stobbe: stub (Veulen) Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.] II-12
stoel stoel: Enne goeje sto‰l getroffe hebbe: lang wegblijven Vur stuËl en baenk praote: voor een lege zaal/ voor een minimum gehoor spreken  stoēl (Veulen), zit: Is \'r genne zit mèr  zit (Veulen) stoel III-2-1
stof afdoen schoonmaken: schónmake (Veulen) ontdoen van stof/ongeregeldheden III-2-1
stofblik blik: blek (Veulen), dreksblik: dreksblék (Veulen), keerblik: kaerblék (Veulen) stofblik III-2-1
stolp kaasstolp: kieësstölp (Veulen) kaasstolp III-2-1
stomdronken beladen: bəlāi̯ə (Veulen), kanonzat: knònzat (Veulen), pinzat: penzat (Veulen), De prËver was pinzat en zaat pinvol mit wáchelewater  pinzat (Veulen), poepzat: poepzat (Veulen), schijtzat: schietzat (Veulen), sxit˃zat (Veulen), smoorzat: smōrzat (Veulen), smorendzat: smōrənt˃zat (Veulen), stomzat: stòmzat (Veulen), strontzat: strōͅnt˃zat (Veulen) smoordronken || stomdronken III-2-3
stomen zwademen: zwaaje (Veulen) stomen III-2-1
stoof, voetenwarmer stoof: stoeëf (Veulen, ... ), waarin een test met gloeiende houtskool zorgt voor warmte Teveul vuËr ien de stoof stekt \'m ien brând: overdaad schaadt  stoof (Veulen) houten voetverwarmer || stoof || voetverwarmer III-2-1
stop, zekering stop: Ge mót ennen neeje stop ien de zekeringskâs draeje  stop (Veulen) zekering III-2-1