e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zitbeenderen batsenknoken: batsǝknø̜̄k (Klimmen) Onderdeel van het beenderenstelsel aan het achtereinde van de rug. [N 3A, 110c] I-11
zitplaats van de duif plankje: ’t plenksjke (Klimmen) de zitplaats van de duif? [N 93 (1983)] III-3-2
zitten zitten: zitte (Klimmen) zitten [SGV (1914)] III-1-2
zitvlak van een broek bodem: baom (Klimmen), mv: baoem  baom (Klimmen), kruis: krűts (Klimmen) zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)] III-1-3
zoden afsteken afsteken: āfštē̜kǝ (Klimmen) Een object russen, vlaggen, zoden enzovoorts is niet gedocumenteerd. [N 14, 78; N 27, 39g; N 18, add.; JG 1b] I-8
zoeken zoeken: zeuke (Klimmen) zoeken [SGV (1914)] III-1-2
zoethout zoethout: zeuthout (Klimmen) zoethout [SGV (1914)] III-2-3
zoetvijl, fijne vijl fijne vijl: fīn vīl (Klimmen) Vijl met een fijn bekapt blad. Doorgaans heeft het blad van een zoetvijl ongeveer 60 tanden per inch (Handboek Gereedschap, pag. 238). De zoetvijl wordt gebruikt voor harde metalen en voor het afwerken en, aldus de invuller uit P 219, het polijsten of polieren van metalen. Het blad van de vijl kan verschillende vormen hebben. [N 33, 90; N 64, 53b-c] II-11
zogen, voeden (overg.) aan de borst hebben: aan de borsj höbbe (Klimmen), aanleggen: aalègke (Klimmen), aalégke (Klimmen), de borst geven: borsj gaeve (Klimmen) borstvoeding geven: Een kind aan de borst voeden (minnen, de mem geven, houden). [N 84 (1981)] || gezoogd worden, aan de borst zijn, gezegd van zuigelingen [lodderen, mem lebben] [N 86 (1981)] III-2-2
zolder zolder: zøͅldər (Klimmen, ... ) zolder [SGV (1914)] III-2-1