e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

Gevonden: 2103
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borrelglaasje borrelglaasje: borrelgláasje (Amstenrade) jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)] III-2-1
borstel bezempje: bessemke (Amstenrade), borstel: beurstel (Amstenrade), kwast: kwas (Amstenrade) borstel [DC 15 (1947)] || kwastachtige borstel [DC 15 (1947)] || schrobber (van takjes) [DC 15 (1947)] III-2-1
borstkas borst: bòrs (Amstenrade) Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)] III-1-1
borstrok lijfje: liefke (Amstenrade) borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor mannen) onderstoep: ònderstoep (Amstenrade) borstrok voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor vrouwen) lijfje: liefke (Amstenrade) borstrok voor vrouwen [N 25 (1964)] III-1-3
borstspeld spang: spang (Amstenrade) speld waarmee de slippen van de grote omslagdoek voor de borst bijeen worden gehouden [N 25 (1964)] III-1-3
borststuk van een schort boezem: boozem (Amstenrade) borststuk, bovenste deel, ~ van een schort [boezem] [N 24 (1964)] III-1-3
borstvliesontsteking fleuris: fleurəs (Amstenrade) Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)] III-1-2
bos bos: buš (Amstenrade) Een met opgaande bomen beplante uitgestrektheid grond hetzij in natuurstaat of aangelegd. [N 27, 4a; RND 82; L 1a-m; L 22, 7; Vld.; monogr.] I-8