17826 |
zetten |
zetten:
zaetten (L417p As)
|
zetten [ZND m]
III-1-2
|
19718 |
zeven |
zeven:
zève (L417p As),
zééve (L417p As)
|
zeven || zeven; Hoe noemt U: Door een zeef laten lopen (zeven, ziften) [N 80 (1980)]
III-2-1
|
33146 |
zeven met de handzeef |
zeven:
zē̜vǝ (L417p As)
|
Zaaigraan winnen uit het met de wan gezuiverde graan door het te zeven. [N 14, 41b, 42b en 43b; JG 1a, 1b; Wi 43; S 45; monogr.]
I-4
|
26622 |
zeven, builen |
builen:
bø̜jlǝ (L417p As)
|
Het meel zeven. In P 222 maakt men een onderscheid tussen teemsen en boulteren. De eerste term gebruikt men voor het zeven van meel met de hand door middel van een zeef. Wanneer deze bewerking machinaal door de molenaar wordt uitgevoerd, spreekt men van ɛboulterenɛ. Zie ook het lemma ɛuitzeven van de zemelenɛ in wld II.1, pag. 85.' [N O, 38a; Vds 241; Jan 239; Coe 215; Grof 244; monogr.; N 18, 136; N 18, 136 add.; JG 1b]
II-3
|
17693 |
zeveren |
zeveren:
zèvert (L417p As)
|
Het kind zevert (als het tanden krijgt). [ZND 08 (1925)]
III-1-1
|
27708 |
zeverij |
triage:
trijāš (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Zolder]),
zeverij:
zę̄vǝrej (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Emma, Maurits])
|
Plaats waar de kolen gezeefd worden. [N 95, 14; monogr.]
II-5
|
18804 |
zich bedenken |
van gedacht veranderen:
van gedacht veràndere (L417p As),
van mening veranderen:
van mèjning veràndere (L417p As),
zich bedenken:
zich bedénke (L417p As)
|
van besluit veranderen, van zijn mening terugkomen [zich bedenken, fineren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21298 |
zich bemoeien met |
bemoeien:
zich bemooie(n) met (L417p As)
|
zich bemoeien met [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
22007 |
zich bij de prijswinnaars plaatsen |
in de prijzen zitten:
in də pri-js zittə (L417p As),
prijs maken:
priès make (L417p As)
|
zich bij de prijswinnaars plaatsen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
19004 |
zich gedragen |
zich gedragen:
zich gedrāge (L417p As),
zich schikken:
zich sjikke (L417p As),
zich voegen:
zich vēge (L417p As)
|
zich goed gedragen [zich voegen, zich gevoegen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|