20283 |
zogen, voeden (overg.) |
de tet geven:
de tèt gééve (L417p As)
|
borstvoeding geven: Een kind aan de borst voeden (minnen, de mem geven, houden). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
19719 |
zolder |
zoller:
zolər (L417p As),
zoͅlər (L417p As)
|
zolder [ZND 27 (1938)]
III-2-1
|
33426 |
zolder boven de dorsvloer |
overden:
īǝ.vǝr[den] (L417p As)
|
De zolderruimte boven de dorsvloer, bestemd voor het bergen van graan als er in de tasruimte naast de dorsvloer geen plaats meer was, ook voor stro en hooi (echter niet algemeen). Zie voor het type overschelf(t) Goossens 1959, m.n. 56, 57 en 59. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (den) het lemma "dorsvloer" (3.2.1) en voor (schelf(t)) het lemma "koestalzolder" (3.4.1). Zie ook afbeelding 14.b bij het lemma "dorsvloer" (3.2.1). [N 5A, 68a; N 5, 84; JG 1a, 1b, 2a en 2c; A 16, 5b; L 47, 8b; L 48, 11; Lu 2, 11; S 50; monogr.; add. uit: N 4A, 12g en 13d; A 7, 32]
I-6
|
19491 |
zolderkamer |
mansarde:
mansaar of zòllerkéémerke voor knecht
mansaar (L417p As),
zolderkamertje:
zoͅlərkēͅmərkə (L417p As),
mansaar of zòllerkéémerke voor knecht
zòllerkéémerke (L417p As)
|
Verdieping boven een zolder, onder de pannen, meestal gebruikt als opslagruimte (vliering, scheerzolder, bovenzolder, hanezolder) [N 79 (1979)] || zolderkamer [ZND m]
III-2-1
|
26149 |
zomen |
zomen:
zęjmǝ (L417p As),
zęjmǝn (L417p As)
|
Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.]
II-7
|
23933 |
zondag |
zondag:
zoenig (L417p As)
|
De zondag, dag des Heren. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23934 |
zondag houden |
zondag houden:
zoenig hawwe (L417p As)
|
De zondag houden/vieren/eerbiedigen/heiligen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23339 |
zonde |
zonde:
zoende (L417p As)
|
Een zonde [zund, zung]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18890 |
zonder opzet |
niet expres:
neet èksprès (L417p As),
niet gemeend:
neet gemèjnd (L417p As),
niet moedwillig:
neet moodwillig (L417p As),
ongewild:
óngewild (L417p As),
zonder bezei:
zónner bezej (L417p As),
zonder opzet:
zónner òpzèt (L417p As)
|
zonder opzet, zonder bedoeling [buiten besouw] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20066 |
zonnebloem |
zonnebloem:
WBD/WLD
zónnəbloom (L417p As)
|
Zonnebloem (heleanthus annuus) (kleine zonnebloem, zonneroos, zonnester, zonnebloem, zonnewende, helenium). [N 92 (1982)]
III-2-1
|