e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q171p plaats=Vlijtingen

Overzicht

Gevonden: 1960
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ellende (lijden) ellende: ellende (Vlijtingen), misre: mezierre (Vlijtingen) een rampzalige, zeer beklagenswaardige toestand [ellende, miserie] [N 85 (1981)] III-1-4
ellendig ellendig: ellendig (Vlijtingen) ellende lijdend [katijvig, ellendig] [N 85 (1981)] III-1-4
emmer tap: tap (Vlijtingen, ... ) emmer [ZND 08 (1925)], [ZND 24 (1937)] III-2-1
enten griffelen: grefələ (Vlijtingen) [RND 08] I-7
envelop envelop (<fr.): amvelot (Vlijtingen) een omslag (van een brief) [ZND 39 (1942)] III-3-1
epidemie besmettelijke ziekte: besmettelijke ziekte (Vlijtingen) Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)] III-1-2
erf erfgoed: erfgoed (Vlijtingen) I-7
ergens buiten het hok blijven zitten blijven zitten: zitte bléve (Vlijtingen) Hoe zegt men: het blijven zitten ergens buiten het hok? [N 93 (1983)] III-3-2
ernstig menens: ’t is ménens (Vlijtingen) het is ernstig bedoeld; het is menens [ZND 38 (1942)] III-1-4
erwt, algemeen erwt: ɛ̄.rt (Vlijtingen) Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5