21418 |
duur |
duur:
dier (Q171p Vlijtingen)
|
duur (hoge kostprijs) [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
17895 |
duwen |
duwen:
dèùwə (Q171p Vlijtingen)
|
duwen [RND]
III-1-2
|
19345 |
dwarsdrijver |
terwarse, een -:
⁄ne terwjassə (Q171p Vlijtingen)
|
iemand die zonder goede reden altijd tegen spreekt; die altijd anders wil dan de meerderheid [dwarserik] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18802 |
dwaze streek |
gekke streek:
⁄n gekke strièk (Q171p Vlijtingen)
|
een dwaze streek [woei] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19260 |
dwingen |
dwingen:
dwingen (Q171p Vlijtingen)
|
het iemand onmogelijk maken anders dan op een bepaalde wijze te handelen [dwingen, nopen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18405 |
eau de cologne |
stinkboel:
steenkbul (Q171p Vlijtingen)
|
reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20394 |
echtgenoot |
man:
maan (Q171p Vlijtingen),
vent:
Soms noemt men het zo.
vèènt (Q171p Vlijtingen)
|
de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20391 |
echtgenote |
vrouw:
vraw (Q171p Vlijtingen),
wijf:
(vroegere benaming).
weef (Q171p Vlijtingen)
|
de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
24436 |
eekhoorn |
eekjantje:
ook ZND 02, 008
èkjènsche (Q171p Vlijtingen)
|
eekhoorn [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
21811 |
een bevel opvolgen |
luisteren:
leestərə (Q171p Vlijtingen)
|
een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|