21613 |
achtste deel van een stuiver |
duit:
ein duit (L329p Roermond)
|
achtste deel van een stuiver, een ~ [een duit?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
23549 |
acoliet |
acoliet:
akoliet (L329p Roermond)
|
Een acoliet, een oudere misdienaar. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17630 |
adamsappel |
adamsappel:
adamsappel (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
krop:
(F)
kròp (L329p Roermond)
|
adamsappel [N 10 (1961)]
III-1-1
|
24438 |
adder |
adder:
adder (L329p Roermond),
WBD/WLD
àddər (L329p Roermond)
|
Hoe noemt u een slang met een verlengde hals, een korte gedrongen romp en een korte staart. De snuit heeft een vlakke bovenkant. Het schubbenkleed is zwart of donkergrijs met een zigzagstreep over de rug en een X-teken op de kop. Zijn lengte is tot 70cm ( [N 83 (1981)]
III-4-2
|
24774 |
adelaarsvaren |
kam:
WLD
kamp (L329p Roermond)
|
Adelaarsvaren, (pteridium aquilinum). Grote, forse varenplant met een dikke, zwarte, diep in de grond kruipende wortelstok, waarin van afstand tot afstand sterk samengestelde veren rijzen, die op gunstige groeiplaatsen wel meer dan 2 m hoog kunnen worden. [N 92 (1982)]
III-4-3
|
17685 |
ademen |
ademen:
aome (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
ademhalen:
aom haole (L329p Roermond),
asemen:
aoseme (L329p Roermond),
asemhalen:
aosem haole (L329p Roermond)
|
ademen [N 10a (1961)]
III-1-1
|
17682 |
ader |
ader:
aor (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond)
|
ader [N 10a (1961)]
III-1-1
|
24464 |
admiraalsvlinder |
kapel:
kepèl (L329p Roermond)
|
admiraal of atalantavlinder [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
23767 |
advent |
advent (<lat.):
advent (L329p Roermond)
|
De tijd van vier zondagen voor Kerstmis (Advent, kleine vasten). [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21027 |
advokaat |
advokaat:
E glaeske avvekaot
avvekao:t (L329p Roermond)
|
advocaat (drank)
III-2-3
|