e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095a plaats=Caberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
staart staart: start (Caberg) staart [DC 02 (1932)] III-4-2
stam van de boom stam: WBD/WLD  de stam (Caberg) Het deel van een boom van de wortels tot aan de takken (stam, bol). [N 82 (1981)] III-4-3
steen kern: WBD/WLD  kern (Caberg) De pit van een steenvrucht (kern, steen, pit, baak, teel, kelling). [N 82 (1981)] III-2-3
stelpen van bloed stelpen: stellepe (Caberg) Stelpen van bloed (struppen, stuffen, stulpen, stelpen). [N 84 (1981)] III-1-2
sterven kapotgaan: WBD/WLD  kepotgoon (Caberg) Hoe noemt u sterven, gezegd van dieren (kreperen, kapotgaan, doodgaan) [N 83 (1981)] III-4-2
stiekem dievelings: dievelings (Caberg), heimelijk: heimelek (Caberg), heymelik (Caberg), stiekem: stiekem (Caberg, ... ) boosaardige streken in het geheim bedrijvend [heimelijk, geniepig, gniep, stiekem] [N 85 (1981)] || heimelijk, stiekem, in het geniep [stilles] [N 07 (1961)] || niet laten blijken dat iets bekend is of plaats vindt, in het geheim dingen doend [stiekem, heimelijk, tersmuiks] [N 85 (1981)] III-1-4
stijfkop bok: ⁄ne bok (Caberg), stier: ⁄ne stier (Caberg), stijfkop: ⁄ne stiefkop (Caberg) iemand die zeer koppig is, die niet graag ongelijk toegeeft [stijfkop, werskop, stijloor, strekel] [N 85 (1981)] III-1-4
stijfkoppig bokkig: bokkig (Caberg), stieretig: stieretig (Caberg) niet gemakkelijk te bewegen een houding of opvatting te laten varen of ongelijk te bekennen, zeer koppig [stug, wers] [N 85 (1981)] III-1-4
stikken stikken: stikke (Caberg) Stikken, sterven door ademgebrek (stikken). [N 84 (1981)] III-1-2
stille regen natte sneeuw: nate snie (Caberg), sneeuwregen: snie-reege (Caberg) stille regen (vooral met sneeuw) [slek] [N 81 (1980)] III-4-4