e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095a plaats=Caberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stinken get van zich afgeven: get van zich aofgeeve (Caberg), stinken: stinke (Caberg) Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)] III-1-1
stok of twijg om een kind te straffen stek: stek (Caberg), wis: wis (Caberg) een stok of twijg om een kind te straffen [lat] [N 87 (1981)] III-2-2
stokvis stekvis: stekvès (Caberg), stokvis: stokvès (Caberg) bolling; Hoe noemt U: Gezouten en gedroogde vis (bolling) [N 80 (1980)] III-2-3
stomverbaasd verpapzakt: verpopzak (Caberg) zeer verbaasd [verpaft] [N 85 (1981)] III-1-4
stormx storm: störrəm (Caberg) storm, zeer hevige, zekere tijd aanhoudende wind [tempeest] [N 81 (1980)] III-4-4
stoten stoten: stoete (Caberg), stuiken: stōkke (Caberg) Stoten: een schokkende of krachtige duw geven (stoken, stuiken). [N 84 (1981)] III-1-2
stoutmoedig couragieus: courasjeus (Caberg, ... ), flink: flink (Caberg, ... ) heel veel durf hebbend [frank, boud, stout] [N 85 (1981)] III-1-4
stoven smoren: smaorə (Caberg) stoven; Hoe noemt U: Met weinig vet op laag vuur gaar laten worden (smoeren, stoven, wallen) [N 80 (1980)] III-2-3
straat straat: straot (Caberg) straat [DC 02 (1932)] III-3-1
streng streng: streng (Caberg) niet toegevend, weinig vrijheid veroorlovend, stipt oordelend volgens wet of voorschrift [strak, streng, hard] [N 85 (1981)] III-1-4