e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L324p plaats=Baexem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitslag vertonend brandig: brɛnjex (Baexem) Gezegd van een varken dat lijdt aan de vlekziekte. [N 19, 27b] I-12
uitsliepen sliepuit doen: ⁄t sliep oet doon (Baexem), uitsliepen: ōē‧tsjlie‧pe (Baexem) uitsliepen [sliep oet doon] [N 07 (1961)] III-3-2
uitspannen uitspannen: utšpanǝ (Baexem) Het paard losmaken van de kar of het werktuig waarin of waaraan het gespannen is. Bij het uitspannen uit een kar met berries worden de draagriem, de brede buikriem en de strengen losgemaakt. Vervolgens wordt het paard naar de stal geleid. [JG 1b, 2c; N 8, 98b; monogr.] I-10
uitwendig kruiwerk kruiwerk: krøjwɛ̄rǝk (Baexem) Algemene benaming voor alle voorzieningen die aan de buitenzijde van de molen zijn aangebracht om de gehele molen of de molenkap naar de wind te draaien. [N O, 30h; Sche 60; monogr.] II-3
uitwerpselen keutel: Ordinair.  kèùtele (Baexem), poep: pōēp (Baexem), stront: Ordinair.  sjtróntj (Baexem) uitwerpselen [N 10c (1961)] III-1-1
uitwerpselen van koeien koeflater: kuflātǝr (Baexem) [N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I] I-11
unster ponder: punjer (Baexem) Weeginstrument met hefboomwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
urine pis: pis (Baexem), zeik: Ordinair.  zeik (Baexem) urine [N 10c (1961)] III-1-1
urineren pissen: pisse (Baexem), zeiken: Ordinair.  zeike (Baexem) urineren [N 10c (1961)] III-1-1
vaars vaars: vɛrs (Baexem) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11