e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L324p plaats=Baexem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verwarmen, stoken stoken: stoake (Baexem) stoken [DC 35 (1963)] III-2-1
vespers vesper (lat.): də vɛspər (Baexem) de vespers [RND] III-3-3
veulen veulen: vø̜̄lǝ (Baexem) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
vieren houden: gəhu.ijə (Baexem) gevierd [RND] III-3-2
vieruursboterham koffiedrinken, het -: ət kofi.drinkə (Baexem), ’t koffiedrinke (Baexem), koffietijd: koffietied (Baexem) de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] III-2-3
vijlen vijlen: vīlǝ (Baexem) Een stuk hout bewerken met de houtvijl. [N 53, 159; A 38, 61; monogr.] II-12
vinger vinger: finger (Baexem), viŋər (Baexem) vinger [DC 01 (1931)], [RND] III-1-1
vingerlid vingerlid: fingerleed (Baexem) (vinger)kootje [DC 01 (1931)] III-1-1
vingers (spotnamen) duimen: B.v. hae houwdje zich met d`n hamer op zien doeme.  dōēme (Baexem), fikken: B.v. blief mit dien fikke dao vanaaf.  fikke (Baexem), B.v. blief ter met dien fikke van.  fikke (Baexem), pinnen: B.v. pin oet de naas!.  pin (Baexem), tien geboden: B.v. det doan ich met mien 10 gebode.  de 10 gebode (Baexem) vingers (spotbenamingen) [pinke, finkels, fikke, pingels, kluntjesvingers, de 10 geboden] [N 10 (1961)] III-1-1
vlaai vlaai: Syst. WBD  flaaj (Baexem) Vla, bekend cirkelvormig gebak met vulling (vlaoj, flaaj, tabbeschaas?) [N 16 (1962)] III-2-3