e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K358p plaats=Beringen

Overzicht

Gevonden: 3514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beschermstenen of -palen hoekstenen: hokstiǝn (Beringen), stijlblokken: stē̜ ̞ǝlblokǝ (Beringen), streven: (enk)  strēf (Beringen) Beschermstenen van natuursteen of dikke houten beschermpalen (soms ook wel van ijzer) worden geplaatst schuin tegen zijkanten van poorten en tegen hoeken van muren of tegen brugleuningen om beschadigingen door voertuigen te voorkomen. Bij boerderijen komen ze vooral voor aan schuurpoorten en ingangspoorten (van de gesloten hoeve). Soms dienen de stenen of palen ook als steun voor de muur waartegen ze rusten. Meervoudige opgaven benoemen de beide beschermstenen of -palen aan weerskanten van een opening. Zie ook afbeelding 18.a bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 43a; monogr.; add. uit N 4A, 42f] I-6
beschuit beschuit: 1a-m  məsxoet (Beringen), məsxoēt (Beringen) beschuit [ZND 21 (1936)] III-2-3
beschuitpap beschuitenmelk: Syst. Frings  bəsxø͂ͅi̯təmeͅlək (Beringen), məsxø͂ͅtəmɛlk (Beringen) Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)] III-2-3
besjes aan de aardappelplant goetsappels: gutsapǝls (Beringen) De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b] I-5
besteken besteken: iemand bəstieəkə (Beringen, ... ), iəmand bəstekən (Beringen, ... ) Iemand besteken (ter gelegenheid van zijn naamfeest). [ZND 33 (1940)] III-3-1, III-3-2
bestendig weer vast (weer): vàst wēr (Beringen, ... ) bestendig weer [vaste lucht] [N 22 (1963)] III-4-4
betalen betalen: ge mut geld hemme veur te kunne betale (Beringen), gij moet geld hebben voor kunnen te betalen (Beringen) Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)] III-3-1
beteuterd onnozel: he stond do onnöwel te zien (Beringen), hij stond onneuzel (Beringen), ook materiaal znd 32, 67  onneusel (Beringen), onøzəl (Beringen), oͅnøsəl (Beringen) beteuterd, onthutst [ZND 01 (1922)] || hij stond beteuterd, onthutst [ZND 32 (1939)] III-1-4
beteuterd kijken geen vijf kunnen tellen: ook materiaal znd 32, 67  hɛ kan gīən vɛ̄f tələ (Beringen) beteuterd, onthutst [ZND 01 (1922)] III-1-4
betrappen traperen (<fr.): traperən (Beringen), trappeere (Beringen) betrappen [ZND 32 (1939)] III-3-1