e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L250p plaats=Arcen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wielband band: bant (Arcen) De ijzeren hoepel die door de smid om de houten velg van een kar of wagen wordt gelegd. Zie ook afb. 209a. [N G, 46a; N 17, 67; A 42, 17; JG 1a; JG 1b; L 20, 20c; A 4, 20c; N 33, 8 add.; monogr.; Vld.; div.] II-11
wijden wijden: wĕĕje (Arcen) wijden [SGV (1914)] III-3-3
wijn wijn: wien (Arcen), wīēn (Arcen) wijn [RND], [SGV (1914)] III-2-3
wijnazijn wijn-edik: wienêk (Arcen) wijnazijn [SGV (1914)] III-2-3
wijnstok, wingerd druivenwingerd: droevevieger (Arcen), droevevíeger (Arcen), wingerd: vieger (Arcen, ... ) [SGV (1914)]wingerd [SGV (1914)] I-7
wild konijn (enkelv.) konijn (lang/sleept.): kenien (Arcen) wild konijn (enkelv.) [DC 55 (1980)] III-4-2
wild konijn (meerv.) konijn (kort/stoott.): kenien (Arcen) wild konijn (meerv.) [DC 55 (1980)] III-4-2
wilde gans wilde gans: ’n wilde gans (Arcen) wilde [v] [een ~ gans] [SGV (1914)] III-4-1
wilde roos (hondsroos, enz.) hondsroos: hŏŏnsroəs (Arcen) eglentier [SGV (1914)] III-4-3
wilg (alg.) wilg: -  wilgen (Arcen) wilg (Salix) [DC 28 (1956)] III-4-3