e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L424p plaats=Meeswijk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vouw plooi: pluəj (Meeswijk), vouw: vā:w (Meeswijk) plooi: rimpel in een stof, vouw || vouw, plooi III-1-3
vrachtwagen camion (fr.): camion (Meeswijk), kaməjōͅ (Meeswijk) camion || een grote auto voor goederenvervoer [vrachtwagen, camion] [N 90 (1982)] III-3-1
vregelpaal naald: nǭlt (Meeswijk) In de Kempen en in het zuid-oosten van het onderzoeksgbied wordt een tweede boom voor het vastzetten van het hooi op de kar gebruikt. Deze vregelpaal is (doorgaans draaibaar) onder in de bak van de hoogkar gemonteerd en loopt door het midden van het verzwaarde dwarse sluithout, de bril. Het bindtouw werd dan om deze vregelpaal heengeslagen en daarna werd deze door middel van een stok of knuppel, de vregelstok, aangedraaid. Zie ook de toelichting bij het lemma ''vregelstok'' en afbeelding 15. De foto''s van afbeelding 15 zijn genomen in Mechelen aan de Maas (Q 9). [N 17, 14a; JG 1d, 2c; monogr.] I-3
vriend, kameraad kameraad: kàmməraot (Meeswijk), vriend: vrun’t’ (Meeswijk) kameraad || vriend III-2-2
vriendelijk vriendelijk: vruntələk (Meeswijk) welwillend, voorkomend III-1-4
vroedvrouw wijsvrouw: leenvertaling uit Fr. = sage-femme  wīēsfròw (Meeswijk) vroedvrouw III-2-2
vrouw die gaarne kwaad spreekt klappei: klàpéj (Meeswijk) kwaadspreekster III-1-4
vrouw in het kaartspel dame: De dame gaat boven de boer.  dam (Meeswijk) Dame: (kaartspel). III-3-2
vrouw, vrouwspersoon taats: cf.Weijnen Etym.dialectwb. s.v. "taat"(taart, boterham) en s.v. "ta, tate, taat, tatte"(vader, grootvader cf. Endepols  taatsj (Meeswijk), vrouw: vròw (Meeswijk), vrouwlui: coll.  vròluj (Meeswijk), wijf: minachtend  wīēf (Meeswijk) vrouw || vrouwspersoon || wijf III-2-2
vrouwelijk dier wijfje: w‧ifkə (Meeswijk) vrouwtje, vrouwelijk dier III-4-2