| 25395 |
vaste varkenshuid |
zwaards:
šwāts (Q204a Mechelen)
|
De huid die op het varken vast bleef zitten. Woordtypen als "zwaard(s)", "zwaars", "zwoord", "zwoors" komen in de betekenis "harde rand van een snede spek" ook nog voor in een ander verband in het woordenboek. [N 28, 30; monogr.]
II-1
|
| 33363 |
vaste voer- en drinkbak |
krib:
krep (Q204a Mechelen),
voerbak:
vōrbak (Q204a Mechelen)
|
De opgemetselde bak of goot, soms in vakken verdeeld, die vóór de koeien langs loopt, waaruit de koeien eten en drinken. De hoogte van de bak verschilt van plaats tot plaats. Het water wordt het laatst in de bak gedaan. De bak is dan meteen schoon. Zie ook het vorige lemma "voer- en drinkgoot" (2.2.14). Zie ook afbeelding 10 bij het lemma "koeienstand" (2.2.23). [N 5A, 37b; N 4, 76; N 5, 96; L 1, a-m; L A1, 174; S 19; Wi 4; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10]
I-6
|
| 22648 |
vastenavond |
vastelavond:
vasteloavent (Q204a Mechelen)
|
Vastenavond [SGV (1914)]
III-3-2
|
| 23332 |
vastendag |
vastendag:
vastendaag (Q204a Mechelen)
|
vastendag [SGV (1914)]
III-3-3
|
| 23331 |
vastentijd |
vasten:
vaaste (Q204a Mechelen)
|
vasten [SGV (1914)]
III-3-3
|
| 34269 |
vee fokken |
aantrekken:
ātrɛkǝ (Q204a Mechelen),
trekken:
trękǝ (Q204a Mechelen)
|
Het houden van vee met als doel de vermenigvuldiging van de dieren. Objecten als "vee" en "koeien" zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10b; monogr.]
I-11
|
| 34268 |
vee houden |
houden:
hau̯ǝ (Q204a Mechelen),
hǫu̯ǝ (Q204a Mechelen)
|
Het houden van vee in het algemeen. De opbjecten "vee", "beesten", "koeien" e.a. worden in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10a]
I-11
|
| 20503 |
veel drinken |
zuipen:
zoepe (Q204a Mechelen, ...
Q204a Mechelen)
|
zuipen [DC 35 (1963)] || zuipen, onmatig drinken [DC 38 (1964)]
III-2-3
|
| 21423 |
veel geld waard |
veel geld waard:
veul geld weat (Q204a Mechelen)
|
veel geld waard: Die oude eikehouten kast is - - - [DC 39 (1965)]
III-3-1
|
| 18373 |
veel te grote schoen |
grote schuit:
grōēte sjūūte (Q204a Mechelen)
|
schoen, veel te grote ~ [affeseersjoon] [N 24 (1964)]
III-1-3
|