e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q204a plaats=Mechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verlopen van de zaag lopen: lōpǝ (Mechelen) Bij het zagen afwijken van de lijn die gevolgd moet worden. De zaag gaat afwijken als de tanden ervan niet goed gezet zijn. [N 50, 43b; N 53, 28a; N 75, 118b] II-12
vernielen vernielen: verneele (Mechelen) vernielen [SGV (1914)] III-4-4
verse koe frisgekalfde koe: fresgǝkōǝfdǝ kō (Mechelen), versgekalfde koe: viǝšgǝkǭfdǝ kō (Mechelen) Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60] I-11
versierde schouderdoek sluier: schleujer (Mechelen, ... ) schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)] III-1-3, III-3-3
verslachten indrogen: endrȳgǝ (Mechelen) Verminderen in gewicht van het vlees ten gevolge van het slachten. [N 28, 97] II-1
versnijden overmalen: øvǝrmālǝ (Mechelen) Slecht meel bij beetjes door het graan malen. [N O, 36b] II-3
verspreid gras sprei: špręi̯ (Mechelen) Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98] I-3
verstandig verstandig: versjtendig (Mechelen) verstandig [SGV (1914)] III-1-4
verstandskies oogtand: owtant (Mechelen) verstandskies (oogtand, baktand) [DC 01 (1931)] III-1-1
verstek verstek: vǝrštē̜k (Mechelen) Hoekverbinding waarbij de uiteinden van de twee delen onder een hoek van 450 tegen elkaar staan. Daardoor is op de buitenhoek geen kopshout zichtbaar. Zie ook afb. 143. [N 53, 203a; monogr.] II-12