20656 |
andijvie |
andijve:
andief’ (Q121a Chèvremont)
|
andijvie
I-7
|
24403 |
angel van bij of wesp |
stachel (du.):
sjtachel (Q121a Ch?vremont)
|
angel
III-4-2
|
23449 |
angelustorentje |
angelustorentje:
angelus-tuurje (Q121a Chèvremont)
|
Het afzonderlijk torentje waarin de angelusklok hangt [angelustorentje?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19312 |
angst |
angst:
angs (Q121a Chèvremont),
bang:
bang (Q121a Chèvremont),
floep:
floep (Q121a Chèvremont)
|
angst
III-1-4
|
20854 |
anijs |
anijs:
milch mit anies
anies’ (Q121a Chèvremont)
|
anijs
III-2-3
|
19819 |
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) |
violet:
flet (Q121a Chèvremont)
|
anjer
III-2-1
|
21251 |
anker |
beveiligingsanker:
beveiligingsanker (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Willem-Sophia])
|
Een verticaal voor de ijzerbok geplaatst U-balkje dat voorzien is van een door de bok heen reikende dwarsstang. Deze stang kan aan de achterzijde van de bok met een plaat worden vastgezet. Het geheel voorkomt dat railstukken ten gevolge van de druk uitspringen en ongelukken veroorzaken. [N 95, 587]
II-5
|
25258 |
anker, maat van 1/4 aam (39 l.) |
ankertje:
en⁄kersje (Q121a Chèvremont)
|
vat (klein)
III-4-4
|
28394 |
anthraciet |
anthraciet:
antrasit (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Steenkool met minder dan tien procent vluchtige bestanddelen. [N 95, 468; N 95, 460; monogr.]
II-5
|
33488 |
appel, overige soorten |
appel:
ap’pel (Q121a Chèvremont),
handappel:
hank’appel (Q121a Chèvremont),
huisappel:
klein soort, geschikt om te stoven
hoes’appel (Q121a Chèvremont, ...
Q121a Chèvremont),
paradijsappel:
paradies’-eppel (mv.) (Q121a Chèvremont)
|
appel || appel, soort || handappel || paradijsappel
I-7
|