e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
biersoep bierslem: beer’sjlem (Chèvremont) biersoep III-2-3
bieslook biesloof: bis’loof (Chèvremont), unlauchpiefje: ul’liegspiefje (Chèvremont) bieslook || steeltje van bieslook ed I-7
biezen sjablonen: šablōnǝn (Chevremont) Fijne lijntjes die als versiering op het hele rijtuig zijn aangebracht. [N 101, 21] I-13
bijenkorf bijenkaar: bęjǝkār (Chevremont), bijenkorf: bęjǝkø̜rf (Chevremont) Korf waar een imker bijen in houdt. Zie ook het lemma ɛbijenkorfɛ in wld II.6, pag. 9-11. Het materiaal uit dit lemma vormt een aanvulling daarop.' [N 40, 102; monogr.] II-12
bijl bijl: bęjǝl (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Hakwerktuig waarmee men ondergronds het hout van de ondersteuningen kan bewerken. De term "aks" duidde volgens de invuller uit Q 15 een grote bijl aan die door de roofploeg werd gebruikt. [N 95, 729; N 95, 732; N 95, 760 add.; monogr.; Vwo 130; Vwo 369] II-5
binnenzak binnentas: binnetésj (Chèvremont) binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)] III-1-3
bivakmuts lollemuts: ["lol"< Van Dale: lol in bet. 2. herrie, kabaal?]  lollemutsj (Chèvremont) bivakmuts, nauw om hoofd en hals sluitend wollen muts die alleen een deel van het gezicht onbedekt laat [N 25 (1964)] III-1-3
blaasleiding blaasleidung: bloǝslajduŋ (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]) De leiding waarmee het opvulmateriaal door middel van samengeperste lucht in de ontkoolde ruimte wordt geblazen. Aan het einde van de leiding bevindt zich de vulschop. [N 95, 559; monogr.] II-5
blaasmachine blaasmachine: bloǝsmašin (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale, Wilhelmina]) Machine waarmee het opvulmateriaal, vaak wasserijstenen, onder druk in een op te vullen ruimte kan worden geblazen. [N 95, 557; monogr.] II-5
blaaspijler blaaspijler: bloǝspajlǝr (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) Pijler waarvan het ontkoolde gedeelte door middel van een blaasmachine met van elders aangevoerde stenen wordt opgevuld. De invuller uit Q 3 schrijft over de blaaspijler dat dit een "taille" is waar de stenen voor de "stape" onder druk ingeblazen worden. [N 95, 538; monogr.] II-5