| 18890 |
zonder opzet |
niet expres:
neet expres (L289p Weert),
per ongeluk:
per ongelök (L289p Weert)
|
zonder opzet, zonder bedoeling [buiten besouw] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 32762 |
zonder voor spitten |
voor de hand omspaden:
vø̄r dǝ hant˱ [omspaden] (L289p Weert)
|
Manier van spitten waarbij men - anders dan bij het spitten in voren - min of meer in de breedte werkt en iedere spade grond voor zich uit (voor de hand) omlegt. [N 11, 65c; N 11A, 148b; div.]
I-1
|
| 26215 |
zonder zeil |
op blote voeten:
ǫp bluǝtǝ vø̄t (L289p Weert),
zonder zeilen:
zǫŋǝr zęj.lǝ (L289p Weert)
|
Zonder zeilen draaien. In l 432 gebeurde dit bij zware storm. [N O, 7k; A 42A, add.]
II-3
|
| 26216 |
zonder zeilen en windborden |
berrevoets:
bęrǝvø̜ts (L289p Weert),
met blote benen:
męt bluǝtǝ bęjn (L289p Weert),
op storm:
ǫp stǫrǝm (L289p Weert),
zonder stormplanken:
zǫnǝr stǫrǝmplɛŋk (L289p Weert)
|
In l 432 werden de zeilen en windborden slechts verwijderd bij bijzonder zware storm. Een aantal woordtypen komt ook voor in het lemma ɛzonder zeilenɛ.' [N O, 7l]
II-3
|
| 20066 |
zonnebloem |
zonnekeern:
± Veldeke
zonnekaer (L289p Weert)
|
Zonnebloem (heleanthus annuus) (kleine zonnebloem, zonneroos, zonnester, zonnebloem, zonnewende, helenium). [N 92 (1982)]
III-2-1
|
| 20067 |
zonnebloem (helianthus annuus l.) |
zonnekeern:
zónnekaer (L289p Weert)
|
zonnebloempit
III-2-1
|
| 28688 |
zonnewassmelter |
wassmelter:
wassmelter (L289p Weert)
|
Gesloten, glazen bak waarin de was door de warmte van de zon gesmolten wordt. De imker kan stukken ruwe raat in een zak van kaasdoek knopen en deze met een steen verzwaard in een grote pan op het vuur zetten. Geleidelijk komt de was door de poriën van de doek bovenop het water drijven. Na afkoeling heeft men dan waskoek. Men kan de ruwe raat echter ook zuiveren met een zonnewassmelter, een soort broeikasje met een deksel van dubbelglas, waarin de stukken ruwe raat worden uitgespreid in een metalen bak met schuine bodem (De Roever, pag. 284). De gesmolten was loopt omlaag in een lekbakje dat met metaalgaas is afgedekt. De zon bleekt de was en oververhitting is op deze wijze niet mogelijk. Men kan echter maar kleine hoeveelheden ruwe raat tegelijk verwerken met de zonnewassmelter. De informant van Q 3 vermeldt dat in zijn plaats deze smelter niet werd gebruikt. [N 63, 129a; N 63, 128b; monogr.]
II-6
|
| 25213 |
zonx |
zon:
(meervoud: zonne; verkleinwoord: zunke).
zón (L289p Weert)
|
zon
III-4-4
|
| 20157 |
zoogbroeder; niet te gebruiken |
zoogbroer:
zoogbroor (L289p Weert)
|
zoogbroeder [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
| 20158 |
zoogzuster; niet te gebruiken |
zoogzuster:
zoogöster (L289p Weert)
|
zoogzuster [DC 05 (1937)]
III-2-2
|