e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q278p plaats=Welkenraedt

Overzicht

Gevonden: 1023
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voorschoot, schort (alg.) schortel: scheutel (Welkenraedt), šətəl (Welkenraedt) voorschoot [ZND 08 (1925)] || voorschoot (door vrouwen gedragen) [ZND 17 (1935)] III-1-3
vork fourchette: vəršet (Welkenraedt) vork (bij het eten gebruikt) [ZND 16 (1934)] III-2-1
vouw vouw: en vouw (twee vouwe) (Welkenraedt) vouw (twee vouwen) [ZND 08 (1925)] III-1-3
vouwen vouwen: vouwe (Welkenraedt) ik zal het in vieren vouwen [ZND 08 (1925)] III-1-2
vreemde (man) vreemde man: ne vremde maan (Welkenraedt) Een vreemde man. [ZND 08 (1925)] III-3-1
vriend kameraad: kaməro:t (Welkenraedt) vriend [RND] III-3-1
vriesweer vorst: vrowst (Welkenraedt) vorst (vriesweer) [ZND 08 (1925)] III-4-4
vroedvrouw loze vrouw: loos in de vorm van "slim  loewege vrouw (Welkenraedt), wijsvrouw: wīēsfrów (Welkenraedt) vroedvrouw [ZND 08 (1925)] III-2-2
vroegmis vroegmis: vrø.mes (Welkenraedt) vroegmis [RND] III-3-3
vrouw fien: familiair en populair (Joséphine)  Fien (Welkenraedt), moeder: modər (Welkenraedt), vrouw: vrou (Welkenraedt, ... ), vrouw (Welkenraedt), vrow (Welkenraedt, ... ), wijf: wief (Welkenraedt), wīf (Welkenraedt, ... ) vrouw [RND], [RND], [ZND 04 (1924)], [ZND 11 (1925)] III-3-1